Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Samenwerking met scholen

Tachtig procent van de ondervraagde kinderopvangmanagers zegt in gesprek te zijn of al samen te werken met basisscholen. Eénpitters werken het minst samen. Voor hen valt er nog veel winst te behalen. Dit blijkt uit onderzoek van adviesbureau Linkin Business.
Samenwerking met scholen

‘Samenwerking met scholen is momenteel een hot item waarop scholen en kinderopvangorganisaties, mede ingegeven door de crisis in de kinderopvang, bijna panisch reageren en bijna dwangmatig met elkaar over in gesprek raken’, reageert een van de respondenten van het onderzoek ‘Samenwerken met onderwijs; kans of must?’. Linkin Business deed onderzoek naar hoever die samenwerking al is. De trend is namelijk dat de afgelopen jaren de kinderopvang en het onderwijs steeds meer zijn gaan samenwerken. Doel: kinderen een goede aansluiting bieden tussen kinderopvang en onderwijs. De samenwerking gaat ondertussen verder dan het ophalen van de kinderen na schooltijd voor de buitenschoolse opvang. Kinderopvangorganisaties werken op tal van gebieden samen met de basisschool. Dit heeft geleid tot de ‘brede school’, integrale kindcentra (IKC) en het ontwikkelen van gezamenlijke naschoolse activiteiten. Volgens Linkin Business is er het besef gekomen dat kinderopvangorganisaties en het onderwijs moeten samenwerken om ouders kwalitatief goede kindvoorzieningen, doorlopende leer- en ontwikkellijnen en sluitende dagarrangementen aan te bieden. Deze samenwerking is volgens Reinoud Bliek, oprichter van Linkin Business, erg belangrijk: ‘Samenwerken met het onderwijs lijkt voor een groot deel van de kinderopvangorganisaties goede kansen te bieden. Het hangt met name af van het onderscheidend vermogen. Kies je als kinderopvang voor een specifiek concept of nichemarkt, of niet? Dat bepaalt grotendeels of, en in hoeverre, je met deze trend meegaat of misschien wel mee moet gaan.’

De cijfers

Dat besef ís er niet alleen, de organisaties handelen er ook naar. Een overgrote meerderheid van de onderzoeksrespondenten is al druk bezig met het samenwerken. De leden van het Kinderopvangpanel van Linkin Business en beslissers in de kinderopvangbranche deden mee aan het onderzoek van het adviesbureau. In totaal werkten 146 organisaties mee. Wat blijkt: bijna 82 procent van de kinderopvangorganisaties werkt momenteel al samen met het onderwijs. Bijna negen procent van de organisaties is bezig hiervoor plannen te ontwikkelen. Eén op de tien organisaties heeft helemaal geen plannen voor samenwerking. Het grootste gedeelte hiervan bestaat uit kinderopvangorganisaties met één locatie. Een derde van deze éénpitters is nog niet met een samenwerking bezig. ‘Ik ben een groot voorstander van samenwerking met het onderwijs, maar als éénpitter en nieuwe speler op de markt is het erg lastig om er tussen te komen’, merkt een van de respondenten op. Iets minder dan de helft van de éénpitters werkt samen met het onderwijs. Bij grotere kinderopvangorganisaties wordt er meer samengewerkt op structurele basis. Bij kleine(re) organisaties is de samenwerking vaak niet op structurele basis. Er wordt het meest samengewerkt met de buitenschoolse opvang (één op de vier). Daarna volgt de samenwerking met de voorschoolse opvang (één op de vijf).

Personeel delen

Die samenwerking kan op veel verschillende manieren vorm krijgen. ‘Wij zitten met onze buitenschoolse opvang in een lokaal van de basisschool. We betalen huur, hebben een supergoede samenwerking, maar staan verder – financieel gezien – los van elkaar’, geeft een van de respondenten aan. Andere organisaties delen zelfs hun personeel. ‘Er werken ook medewerkers van onze kinderopvangorganisatie als invalkracht, vakdocent, tussenschoolse-opvangcoördinator en onderwijsassistent bij de verschillende scholen.’ Daarnaast kan de samenwerking ook heel klein zijn, bijvoorbeeld door pedagogisch medewerkers die contact hebben met de juf wanneer een peuter van de peuterspeelzaal naar de basisschool gaat. Bij andere organisaties is de samenwerking groter in de vorm van een brede school of IKC.

In totaal noemt 28 procent van de locaties zich ‘brede school’ en 21 procent noemt zich ‘IKC’. Van de respondenten is bijna 39 procent geen onderdeel van een brede school of een andere verschijningsvorm van een brede school. Vooral de éénpitters zijn geen onderdeel van een brede school.

Jaarplannen

Hoewel de organisaties dus veel samenwerken, wordt deze samenwerking nauwelijks vastgelegd. Bijna tachtig procent van de kinderopvangorganisaties die onderdeel zijn van een brede school maakt geen gezamenlijk businessplan of jaarplan. Bijna de helft hiervan heeft hier ook nog geen plannen voor. Vooral kleine organisaties maken nauwelijks gezamenlijke jaarplannen. Dit betekent niet dat er helemaal niets op elkaar wordt afgestemd. ‘We stellen samen met scholen geen jaarplannen op, maar proberen de tussenschoolse opvang wel af te stemmen op de wensen van de school’, geeft een van de respondenten aan. Bij kinderopvangorganisaties met meerdere locaties worden meer businessplannen of jaarplannen gemaakt, maar zij geven aan dat hier nog wel verbeteringen bij nodig zijn. Reinoud Bliek: ‘We komen nog vaak tegen dat onderwijs en kinderopvangorganisaties intern gericht zijn. Een gezamenlijk business- of jaarplan met een SWOT-analyse levert juist veel inzichten op. Inzichten en ideeën die nodig zijn om extern zichtbaar te zijn en op langere termijn succesvol te zijn.’

Strubbelingen

Kinderopvangorganisaties ervaren verschillende strubbelingen om tot een goede samenwerking te komen. Volgens verschillende respondenten zien onderwijspartners de kinderopvang nog onvoldoende als gelijkwaardige partner. ‘De school zit nog meer op een eiland. Zij geven ineens een schoolvrije studiedag of een verkorte schooldag die wij vernemen via een nieuwsbrief’, aldus een van de respondenten. Een andere respondent sluit zich hierbij aan: ‘Partijen mogen nog wel meer gelijkwaardige gesprekspartners worden. Samenwerken betekent aan elkaar aanpassen, openstaan voor elkaars cultuur en kwaliteiten.’ De kinderopvang zou volgens verschillende respondenten al veel verder zijn in het denkproces over samenwerking dan het onderwijs. Toch zijn er meer problemen waar de kinderopvang tegenaan loopt. Een andere respondent vindt het bijvoorbeeld lastig dat het onderwijs met andere methodes werkt. ‘Wij willen graag doorgaande lijnen met de basisscholen, maar alle scholen hebben verschillende volgsystemen en hebben zelfgemaakte VVE-methodes.’ Volgens de respondent kan de samenwerking op dat vlak beter.

Het Kinderopvangpanel van Linkin Business bestaat uit beslissers en medebeslissers in de kinderopvang. Zij hebben aangegeven dat zij vaker aan onderzoeken willen meewerken. Panelleden krijgen altijd de resultaten van de onderzoeken terug en maken per onderzoek kans op leuke voordelen. Alle beslissers in een kinderopvangorganisatie kunnen zich bij het panel aansluiten. Voorwaarden: een eigen mening en bereidheid om twee keer per jaar een korte enquête in te vullen. Meer informatie: www.linkinbusiness.nl

Foto: ANP

Linkin Business

Adviesbureau Linkin Business, expert op het gebied van marktonderzoek, tevredenheidsonderzoek en businessplannen, werkt voor ondernemers en organisaties in het MKB. Een groot gedeelte van de organisaties waarvoor Linkin Business werkt zijn bedrijven in de kinderopvang en aan kinderopvang gerelateerde organisaties. Twee keer per jaar doet de organisatie uit eigen beweging onderzoek naar relevante of actuele thema’s in de kinderopvangbranche. Deze thema’s richten zich voornamelijk op het gebied van marketing, onderscheidend vermogen en trends voor de toekomst. De resultaten van de onderzoeken worden aan de branche teruggegeven.

Ontwikkelingen

Volgens Linkin Business zijn er verschillende ontwikkelingen te zien waar kinderopvang- en onderwijsorganisaties op dit moment samen aan werken.
– Organisaties willen het combineren van arbeid en zorg voor ouders vergemakkelijken. Voor ouders moet er een goed aanbod aan onderwijs en opvang ontstaan. Daarom ontwikkelen kinderopvang- en onderwijsorganisaties sluitende dagarrangementen.
–          Steeds meer basisscholen stappen over op een continurooster. Bij deze roosters vervalt de lange middagpauze waardoor de lesdag eerder stopt. Het kinderopvangaanbod sluit hierop aan.
–          Er is ook samenwerking op het gebied van voor- en vroegschoolse educatie (VVE), peuterspeelzaalwerk en de instroom van jonge kinderen in het basisonderwijs.
–          Onderwijs en kinderopvang organiseren gezamenlijk naschoolse activiteiten.
–          De organisaties wisselen kennis uit over betrokken leerlingen. Dit doen zij in de vorm van kinddossiers.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.