Ouders hebben per maand tot maximaal 230 gewerkte uren recht op kinderopvangtoeslag. Het aantal uren kinderopvang dat voor toeslag in aanmerking komt is normaal gesproken gekoppeld aan het aantal gewerkte uren van de minst werkende ouder.
Dit bedraagt dan 140% van de gewerkte uren bij dagopvang en gastouderopvang (0-4 jaar), en 70% van de gewerkte uren bij buitenschoolse opvang en gastouderopvang (4-12 jaar).
Normen losgelaten
De normen van 140% en 70% worden voor 2020 losgelaten. In plaats daarvan komen werkende ouders in aanmerking voor kinderopvangtoeslag voor het maximum van 230 uren kinderopvang per kalendermaand voor die maanden waarin zij arbeid verrichten. Deze maatregel is tijdelijk en is alleen van toepassing in het 2020.
Voor meer informatie: zie het wijzigingsbesluit Kinderopvangtoeslag 2020.