Het ongeluk vond plaats op 16 maart 2020, in een pand aan de Wilhelminastraat in Steenwijk. Daar werden werkzaamheden uitgevoerd. De branddeuren stonden tegen een muur in de gang en zijn omgevallen terwijl het meisje met haar broertje aan het spelen was. Ze werd met een traumahelikopter naar een ziekenhuis in Groningen gebracht, waar ze later op de dag overleed aan de gevolgen van zwaar hersenletsel.

In het pand bevinden zich een basisschool, buitenschoolse opvang en kinderopvang. Vanwege de coronacrisis waren er alleen kinderen van ouders met cruciale beroepen aanwezig. 

Eis: 25.000 euro

Het OM had een boete van 25.000 euro geëist vanwege dood door schuld. De rechter heeft dit bedrag verlaagd tot 15.000 euro omdat de organisatie de veiligheid verder wel op orde heeft.

Bij de brandwerende deuren ging het echter helemaal mis. Deze deuren stonden al maanden schuin tegen een deur, met een pvc-strip eronder om te voorkomen dat ze zouden wegglijden. De deuren hadden zo snel mogelijk teruggeplaatst moeten worden, alleen al vanwege de brandveiligheid, vindt de rechtbank. Bovendien hadden medewerkers de onveilige situatie aangekaart.

De kinderopvangorganisatie gaat niet in hoger beroep ‘uit respect voor de ouders’, aldus hun advocaat.

Signaal ouders

De ouders hebben de zaak voor de rechter gebracht als waarschuwing voor andere stichtingen dat de veiligheid van kinderen de hoogste prioriteit moet hebben. ‘De ouders wilden een signaal afgeven dat hoe goed de protocollen ook geregeld zijn of hoe duidelijk de regelgeving ook is, dat er ook nog een stuk eigen verantwoordelijkheid is voor instellingen die met kinderen of kwetsbaren werken’, aldus de advocaat van de ouders tegen de NOS. ‘Als medewerker moet je als je een gevaar of risico op gevaar ziet niet alleen bellen om dit te melden, maar ook zorgen dat het gevaar wordt weggenomen. De passage in het vonnis geeft dat signaal ook af, en dat was heel belangrijk voor mijn cliënten.’