Een Haarlemse peuterspeelzaal die een mannelijke medewerker na zijn ziekte niet liet reïntegreren op een kleine groep vanwege de maatschappelijke onrust na de zedenzaak, heeft niet rechtmatig gehandeld. Dit oordeelde de rechtbank van Haarlem onlangs. Conclusie: Werkgevers mogen zich door de publieke opinie niet laten verleiden om onderscheid te maken tussen mannen en vrouwen.
Alleen op de groep
De man werkte al 21 jaar naar ieders tevredenheid op de groep als peuterspeelzaalleider. Tijdens zijn ziekteverlof werd de man vervangen voor een vaste kracht en de man mocht reïntegreren op een andere, grotere peuterspeelzaal met twee leiders op de groep. Voordat hij hiermee begon, ontving de man een brief waarin zijn werkgever liet weten dat ouders sinds de Amsterdamse zedenzaak liever geen man alleen op de groep hebben staan. De werkgever gaf de ouders gelijk en besloot mannen voortaan te weren van de peuterspeelzalgroepen waar maar één leider op de groep staat. Mannen waren wel welkom op een groep met twee beroepskrachten.
Discriminatie
De man voelde zich gediscrimineerd. Hij besloot bij de rechter af te dwingen dat hij ook mocht reïntegreren op een groep waar hij alleen staat. Hoewel de werkgever zich beroepte op de maatschappelijke ontwikkelingen en het vierogenprincipe, gaf de rechtbank de mannelijke medewerker toch gelijk. Met als belangrijkste reden: Er mag geen onderscheid worden gemaakt tussen mannen en vrouwen op de groep. Welliswaar zijn daders van seksueel misbruik meestal mannen, maar het risico op andere vormen van mishandeling is net zo groot wanneer er een vrouw op de groep staat.
Lees meer over deze zaak op Rechtspraak.nl >>
Bron: Intermediair PW
Foto: Stock.xchng
