Net als in Nederland werd in Groot-Brittannië tijdens de coronapandemie en de bijbehorende lockdowns, de toegang tot voor- en vroegschoolse educatie (VVE) verstoord. Alleen kinderen van ouders met een cruciaal beroep en kinderen met een kwetsbare achtergrond kregen in deze periode VVE.
Britse psychologen onderzochten wat dit betekende voor de cognitieve, taalkundige en sociale ontwikkeling van jonge kinderen. Uit dit onderzoek blijkt opnieuw de waarde van VVE voor de ontwikkeling van basisvaardigheden en voor het verminderen van de kansenongelijkheid van kinderen met verschillende sociaal-economische achtergronden.
Grotere woordenschat
VVE komt de cognitieve ontwikkeling ten goede, vooral bij kinderen uit kansarme milieus, zo werd uit het onderzoek duidelijk. De groei van de woordenschat was bijvoorbeeld groter bij kinderen die tijdens de periode VVE kregen, met een sterker positief effect voor kinderen met een minder bevoorrechte achtergrond.
Het onderzoek sluit aan bij eerdere onderzoeken die uitwijzen dat VVE de effecten van het opgroeien in een kansarme omgeving deels teniet kan doen. Het gaat hierbij onder om meer om compensatie voor minder cognitief stimulerende thuissituaties en een grotere omgevingsstress.
Meetbare achterstanden
Het onderzoek maakt duidelijk dat kinderen uit minder welvarende gezinnen onevenredig veel nadeel ondervinden van de lockdowns. Thuis hebben zij te kampen met de gevolgen van een beperkte taalvaardigheid van hun omgeving, iets wat al vanaf 18 maanden tot meetbare achterstanden kan leiden.
De onderzoekers bepleiten daarom het beschikbaar maken van VVE tijdens toekomstige lockdowns voor zoveel mogelijk kinderen, uiteraard met passende bescherming van de betrokken medewerkers. Ook stellen de onderzoekers voor dat kwetsbare kinderen die het afgelopen jaar VVE hebben gemist, dit jaar extra uren VVE krijgen.