Dit zegt staatssecretaris van Volksgezondheid Martin van Rijn. Hij hoopt met een wetswijziging te bereiken dat de meldcode kindermishandeling waar ook in de kinderopvang mee wordt gewerkt, meer effect zal hebben. Ondanks dat organisaties verplicht zijn om volgens de stappen van de huidige meldcode te werken, komt de helft van de gevallen van kindermishandeling nooit aan het licht. In totaal zijn 120.000 kinderen jaarlijks slachtoffer van mishandeling.
De vijf stappen
De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling bestaat nu nog uit vijf stappen. Dit zijn:
- In kaart brengen van signalen
- Overleggen met collega en eventueel raadplegen Advies- en Meldpunt Kindermishandeling, Steunpunt huiselijk geweld of letselduidingsdeskdunige
- Gesprek met cliënt
- Wegen van het geweld of de kindermishandeling, bij twijfel altijd AMK of SHG raadplegen.
- Beslissen: hulp organiseren of melden
Averechts effect
Niet alleen in de kinderopvang wordt gewerkt volgens dit stappenplan, het geldt ook voor leerkrachten, huisartsen en alle andere professionals die met kinderen werken. De zesde stap is bedoeld voor professionals die na een vermoeden van kindermishandeling zelf een hulptraject starten. Zij moeten dit voortaan melden bij Veilig Thuis. Van Rijn: ‘Veilig Thuis gaat zich niet zomaar bemoeien met dingen die professionals prima zelf kunnen. Maar met deze nieuwe werkwijze kan het wel aan de bel trekken als er meer aan de hand lijkt te zijn dan de directe hulpverlener kan overzien.’
Registratie
Het huidige stappenplan is volgens critici veel te vrijblijvend. Er kwam druk op staatssecretaris Van Rijn om een meldplicht in te stellen. Maar ook daar zijn de meningen over verdeeld. Huisartsen vrezen dat een meldplicht mensen er juist van weerhoudt melding te maken van kindermishandeling. Ze zijn dan bang om in het registratiesysteem te komen.
Betere hulp
Martin van Rijn wil de zesde stap daarom liever niet bestempelen als meldplicht. ‘Het blijft voor professionals mogelijk om zelf een hulptraject te starten. Ze hoeven niet alles uit handen te geven.’ Volgens de staatssecretaris zit de meerwaarde van de extra stap in de meldcode hem vooral in een betere registratie. ‘Vermoedens willen we graag weten om betere hulp te kunnen geven.’
Ook in de kinderopvang voelen pedagogisch medewerkers een drempel om de meldcode te gebruiken bij een vermoeden van kindermishandeling. Dit blijkt uit een onderzoek van GGD Amsterdam. Zij schreven over de oorzaak van deze terughoudendheid in de weblog Meldcode kindermishandeling. Lees hem hier
