Dit blijkt uit een publicatie van de Rijksoverheid. In de kwartaalcijfers van het ministerie is een overzicht gegeven van de ontwikkelingen op gebied van gebruik, aantal kinderopvanglocaties en arbeidsmarktparticipatie. Nader geanalyseerd blijkt dat het gebruik van kinderopvang vooral is toegenomen bij de inkomens tussen 1,5 modaal en drie keer modaal. Bij de lagere inkomens (tussen 130% van het minimumloon en modaal) is het gebruik het meest afgenomen (3,1 %). De arbeidsmarktparticipatie blijkt licht gestegen te zijn.

Ook eind vorig jaar bleek al dat bij de lagere inkomens de vraag naar kinderopvang het sterkst is gedaald. Lees meer >>

Het aantal locaties voor dagopvang en bso is redelijk stabiel gebleven het afgelopen jaar. Het aantal gastouders is daarentegen sinds januari 2014 met een kleine 5000 gedaald.

Gemiddeld gebruik kinderopvang

Het aantal uren gebruik per kind per maand is de afgelopen jaren flink gedaald: van 67 uur in 2012 naar 58 uur gemiddeld in het vorige kwartaal. De daling is met 12,5 uur in de dagopvang het grootst (van 95,6 naar 83,1 uur gemiddeld).  Het gebruik van bso en gastouderopvang zakte met gemiddeld 5 uur per maand.