Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Meer kennis over het kinderbrein: ‘Het brein is hip’

Waarom is Koen elke keer zó langzaam wanneer hij een ander taakje krijgt? Waarom gaat Yasmine zo hard huilen als iets niet lukt? Psycholoog Jan van der Zwan vertaalt graag kennis uit hersenonderzoek naar de praktijk. ‘Meer kennis over het kinderbrein kan helpen lastig ervaren gedrag van kinderen te verklaren.’

De muziek speelt. De groep met peuters danst door het lokaal. De muziek stopt en de peuters springen als konijntjes rond. Een klein blond jongetje twijfelt even.´Welk dier moest ik ook alweer uitbeelden als de muziek stopte? Een konijn of een paard?’

Executieve functies

De stopdans is een bekende favoriet in de kinderopvang. Wat echter lang niet alle professionals weten, is dat dit spel de executieve functies van kinderen traint. Psycholoog en onderwijsadviseur Jan van der Zwan van Het Breinbureau zit vol met dit soort praktische voorbeelden. ‘Breinwetenschap vertalen naar de dagelijkse praktijk, dat is wat ik in mijn werk voortdurend probeer te doen.’

Cognitieve flexibiliteit

Het is volgens Van der Zwan voor professionals vaak lastig om kinderen die met eenvoudige taken worstelen goed te begrijpen. Of het nu over het afronden van een taakje gaat, opstarten of juist hoe ze in een bepaalde emotie blijven hangen. Hij geeft nog een voorbeeld: een kind krijgt de opdracht om in de klas iets ‘van vijf’ te pakken. Ze loopt naar de kast en wil vijf kraaltjes pakken. Maar de kralendoos staat niet op z’n plek. ‘Het meisje blijft maar voor de kast staan dralen. Nu kun je als pedagogische medewerker zeggen: wat sta je daar nu? Of je vraagt wat ze van plan was. Bij dit kind is misschien de cognitieve flexibiliteit nog niet zo goed ontwikkeld. Het is voor haar misschien nog lastig om meteen een ander plan te bedenken en ergens anders vijf dingen van te halen.’

Cognitieve flexibiliteit is een van de executieve functies van het brein, ofwel een van de hogere regelfuncties van de hersenen die handelen en gedrag aansturen. Functies die een grote rol spelen in het dagelijks leven, functies die een grote rol spelen in de kinderopvang. Of het nu om impulscontrole, werkgeheugen of reageren op veranderingen gaat.

Jan van der Zwan is, naast onder meer kinderopvangtrainer Judith Kuiten en emeritus hoogleraar Ferre Laevers, een van de sprekers op het congres Topsprekers in de Kinderopvang op vrijdag 16 juni. Meer informatie of aanmelden >>

Werkgeheugen

Van der Zwan: ‘Bij de stopdans gaat het bijvoorbeeld om responsinhibitie en cognitieve flexibiliteit: direct stoppen met het gedrag als de muziek stopt en “veranderen” in een ander dier. Het spel doet ook een beroep op het werkgeheugen van de kinderen: “Was ik nu een paard of een konijn?”’

Meer kennis en inzicht over het kinderbrein zorgt voor meer begrip, weet hij. Van der Zwan geeft als onderwijsdeskundige vaak trainingen in de kinderopvang, het onderwijs of op ouderavonden. Hij geeft daar op een toegankelijke en herkenbare manier uitleg over het reptielen-, zoogdieren- en mensenbrein. ‘Juist door heel praktische voorbeelden uit de praktijk te geven, zie ik vaak kwartjes vallen. Meer kennis kan helpen lastig ervaren gedrag van kinderen te verklaren.’ Het helpt dat Van der Zwan zijn loopbaan begon als pedagogisch medewerker: aan praktische voorbeelden geen gebrek.

Jonge kinderen hebben ook moeite om hun emoties te controleren: de executieve functie emotieregulatie. ‘Kinderen worden soms overspoeld door emoties waar ze zich geen raad mee weten. Het helpt dan als je het kind ondersteunt bij het begrijpen en controleren van die emotie. Dat start bij het herkennen en erkennen van deze emotie. Een opmerking als “daar hoef je toch niet om te huilen?” is, hoewel goed bedoeld, hierbij niet ondersteunend.’

Het brein is hip

In de opvang wordt er veel geobserveerd en geregistreerd, zegt hij. ‘Maar wat neem je dan waar? Observeren heeft zin wanneer medewerkers weten wat ze zien, weten waar ze naar moeten kijken en wat ze kunnen registreren. Daar zijn kennis, vaardigheden en een gemeenschappelijke taal voor nodig.’

Van der Zwan staat niet alleen in zijn pleidooi voor ‘meer hersengericht onderwijs’. Het brein is hip. En wetenschappelijke kennis over de werking van onze hersenen is de afgelopen jaren flink toegenomen. Volgens de bekende neurowetenschapper Jelle Jolles zou onderwijs veel beter moeten aansluiten bij het kinderbrein. Van der Zwan: ‘Het helpt echt bij het tijdig duiden van onbegrepen gedrag bij jonge kinderen. Professionals begrijpen dan ook veel beter waar probleemgedrag vandaan komt.’

De kennis over het menselijk brein helpt niet alleen om het gedrag van kinderen te begrijpen, weet Van der Zwan. ‘Vaak herkennen pedagogische medewerkers meteen ook hun eigen wat minder sterk ontwikkelde executieve functies, waardoor ze hun eigen handelen ook beter begrijpen: een win-win situatie.’

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.