Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

(Vroeg)signalering van kindermishandeling. Blijvende aandacht nodig

Pedagogisch medewerkers zien de kinderen op hun groep in verschillende settingen (alleen, samen, in interactie met volwassenen, bij het spelen, eten, verzorgen) en hebben meestal ook contact met de ouders. Toch voelen zij zich vaak onzeker en handelingsverlegen als zij vermoeden dat het thuis bij een kind niet goed gaat. Vijf tips voor jou als manager om (het signaleren van) kindermishandeling op de agenda te zetten en te houden. Daarmee kunnen jouw medewerkers zorgvuldiger en doortastend handelen bij signalen.
Adobestock / Kristal

Tip 1: Stel een aandachtsfunctionaris kindermishandeling aan

Een cruciale eerste stap om het signaleren van kindermishandeling op de agenda van je organisatie te krijgen en te houden is het aanstellen van een aandachtsfunctionaris. Een aandachtsfunctionaris is een medewerker die als extra taak heeft de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling in de organisatie te implementeren én te borgen. Bovendien ondersteunt zij of hij collega’s als zij vermoeden dat een kind op hun groep mishandeld, verwaarloosd of seksueel misbruikt wordt. Zorg ervoor dat de aandachtsfunctionaris goed zichtbaar is voor de pedagogisch medewerkers en zich profileert als vast aanspreekpunt. Zodat alle collega’s haar of hem goed weten te vinden bij zorgen om een kind en vragen over kindermishandeling en de meldcode.

Tip 2: Integreer de stappen van de meldcode in de werkwijze

Medewerkers moeten voelen dat ‘de organisatie’ het signaleren van kindermishandeling en het werken met de meldcode hoog op de agenda heeft staan. Zorg ervoor dat de meldcode goed geïmplementeerd is en het stappenplan onderdeel is van de werkwijze. De aandachtsfunctionaris kan daarin een belangrijke rol spelen. Zorg er bovendien voor dat alle medewerkers voldoende tijd en ruimte hebben om signalen van kindermishandeling daadwerkelijk in kaart te brengen en hun zorgen met ouders en elkaar te bespreken.

Tip 3: Bied tijd en budget om te leren

Voldoende kennis en vaardigheden vormen de basis om daadwerkelijk met de meldcode te kunnen werken. Geef je medewerkers daarom tijd én budget om hun kennis onder werktijd bij te spijkeren. En stel scholing niet alleen voor de aandachtsfunctionaris, maar voor alle medewerkers verplicht. Het is belangrijk ervoor te zorgen dat het niet één keer een cursus of scholingsmiddag blijft, maar dat er herhalingscursussen of -momenten door het jaar worden aangeboden. Want kennis en vaardigheden blijven beter hangen door herhaling. Het opstellen van zo’n programma past goed bij de taken van de aandachtsfunctionaris.

Leidinggevende: ‘Structureel aandacht voor het onderwerp werkt alleen als medewerkers scholing onder werktijd mogen volgen. Een leerpotje met tijd voor scholing zou een mogelijkheid kunnen zijn. En scholing in inwerkprogramma’s opnemen ook.’

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41190-023-1728-7/MediaObjects/41190_2023_1728_Fig1_HTML.jpg
Adobestock / Kristal

Tip 4: Investeer in een cultuur waarin medewerkers van elkaar kunnen leren

Leren van elkaar is een goede manier om de deskundigheid in de organisatie te vergroten. Dat vraagt om een interne cultuur waarin het vanzelfsprekend is om van en met elkaar te leren. Investeer daarom in een organisatiecultuur waarin collega’s elkaar feedback geven en vragen, elkaar meevragen om gezamenlijk gesprekken te voeren, meelezen met elkaars dossieraantekeningen en van elkaar te leren.
Pedagogisch medewerker: ‘Door in de dagelijkse praktijk met collega’s te sparren en elkaar te helpen leer je veel.’
Een buddysysteem kan een goede manier zijn om het werken met de meldcode goed te integreren in de werkpraktijk; meer ervaren medewerkers nemen nieuwe collega’s onder hun hoede en laten hen meekijken met het doorlopen van de stappen van de meldcode. Ook investeren in het opzetten van intervisie en het beleggen van casusbesprekingen dragen bij aan het leren van en met elkaar.
Kennis en vaardigheden blijven beter hangen door herhaling

Tip 5: Blijf met elkaar in gesprek over kindermishandeling en de meldcode

Om kindermishandeling vroegtijdig te kunnen signaleren moet er bereidheid zijn om het te zien. De uitdrukking is niet voor niets: ‘Je ziet het pas als je het gelooft’. Als pedagogisch medewerkers niet weten, of geloven, dat kindermishandeling ook binnen hun organisatie voorkomt, dan zullen zij de signalen die daar mogelijk op wijzen niet herkennen.
Leidinggevende: ‘Het kan zijn dat je een onderbuikgevoel hebt, dan kunnen anderen helpen daar woorden aan te geven.’
Ook hiervoor geldt dat het regelmatig agenderen van het thema kindermishandeling tijdens een team- of werkoverleg of een studiemiddag, hierbij kan helpen. Vragen die aan de orde kunnen komen zijn bijvoorbeeld: Wat versta je onder kindermishandeling? Wanneer is er wel of geen sprake van een onveilige opvoedsituatie? Welke rol spelen de eigen normen en waarden met medewerkers hierin? En hebben de eigen belemmerende gedachten misschien invloed op wat medewerkers wel of niet oké vinden in de opvoeding?
Jij als manager vervult daarin een voorbeeldfunctie. Vraag er dus naar, steun de aandachtsfunctionaris en regel blijvende aandacht.

Online cursussen

Augeo Foundation maakt online cursussen voor verschillende beroepsgroepen. Voor de kinderopvang zijn er diverse online cursussen ontwikkeld om het thema op de agenda te houden. De cursussen bestaan uit theorie over hoe je kindermishandeling herkent, animaties, reflectievragen, goed-fout-vragen en video’s uit de praktijk. Ook is er een uitgebreid pakket met ‘Kinderopvang trainersmaterialen’ bedoeld om te oefenen met de meldcode in het team.
Op de website van Augeo zijn demo’s te vinden van de online cursussen voor pedagogisch medewerkers www.​augeo.​nl/​nl-nl/​kinderopvang/​cursusaanbod-ko/​.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.