Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Kinderen die je bijblijven: ‘Ik denk dat Jules bij jou geen vertrouwen voelt’

Als je langer in de kinderopvang werkt, zijn er zoveel kinderen 'door je handen' gegaan. Elk kind met een eigen verhaal. Van sommige kinderen blijft het verhaal nog lang in je hoofd hangen. Misschien vraag je je af: wat zou er van dit kind geworden zijn? Hebben we het wel goed gedaan? In dit nummer: het verhaal van Jules (niet zijn echte naam).

 

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41189-023-1887-8/MediaObjects/41189_2023_1887_Fig1_HTML.jpg
Deze foto is ter illustratie. De mensen op de foto zijn niet de mensen uit het verhaal.

Jules is een klein mannetje voor zijn vier jaar. Het is zijn eerste wendag. Hij kijkt me even aan, maar wendt dan zijn blik af en staart naar de grond. Alsof hij wil zeggen: ik heb hier geen zin in. ‘Het is even wennen voor hem in Nederland’, vertelt zijn moeder. ‘Hij was heel erg gehecht aan zijn Vlaamse onthaalmoeder.’ Zo noemt ze hun gastouder, want ze komen uit België. ‘We hebben hier veel expat-kindjes hoor,’ stel ik haar gerust, ‘dus dat komt wel goed.’

Geen kik

Jules geeft geen kik, tijdens de wenuurtjes niet en bij het afscheid van zijn moeder ook niet. Ik zet hem gezellig naast me aan tafel. ‘Wat wil je op je boterham, Jules?’ Geen reactie, hij staart naar zijn bord en ik krijg er geen hap in. ‘Komt wel’, zeg ik tegen moeder, maar hij houdt de hele week z’n mond stijf dicht, ook tijdens het eten. Een kind met een sterke wil.
Wat ik ook tegen hem zeg, hij negeert me volledig. Ik zie wel dat hij steeds naar de grote jongens kijkt. Dan begint hij ze zomaar te slaan. Ik leg hem uit dat hij beter aan ze kan vragen: ‘Wil je met me spelen?’ Geen reactie. De pedagogisch coach adviseert me om hem steeds dicht bij me te houden, zodat hij zich veiliger gaat voelen in de groep.
Op donderdag sta ik met een invalster; Jos. Jules slaat Simon met een autootje op zijn hoofd. Ik troost Simon en dan neem ik Jules op schoot. ‘Weet je Jules…’, begin ik en probeer hem aan te kijken. Pats! Het autootje slaat recht in mijn gezicht. Ik verstijf van schrik. Zoiets is me nog nooit overkomen. Ik vraag Jos om even op te letten en loop naar de wc. Als ik terugkom zie ik dat Jos met de grote jongens speelt. En… Jules doet ook mee! Buiten rent Jules lachend achter Jos aan. Hoe kan dit? Ik voel een steek van jaloezie.

Magische kracht

Jos komt vast op onze groep werken. ‘Jij hebt een magische kracht’, zeg ik tegen haar. ‘Alle kinderen zijn weg van je, terwijl je niks doet.’ ‘Dat is het ‘m juist, denk ik’, lacht ze. Ik voel me erg onzeker bij haar en vraag een groepsbespreking aan met de pedagogisch coach. Die komt eerst in de groep kijken, niet naar Jules, maar naar Jos en mij. In het gesprek zegt ze: ‘Ik zie dat Jos de grote jongens meer ruimte geeft in hun spel en dat ze Jules daar in meeneemt.’ Ja, dat heb ik ook wel gezien, maar hoe doe je dat? Voorzichtig zegt Jos: ‘Ik denk dat Jules bij jou geen vertrouwen voelt, je zit te veel bovenop hem. Daarom sloeg hij zo van zich af.’ Even blijft het stil. Ik slik. ‘Vind je het moeilijk om dit te horen?’, vraagt de coach. Nu krijg ik het een beetje benauwd. ‘Jíj zei dat ik hem dicht bij me moest houden!’ Het komt er iets te fel uit. We spreken af dat ik wat meer afstand houd bij Jules en dat hij een mentorkind van Jos wordt. De coach adviseert om de knop om te zetten en gewoon opnieuw te beginnen met Jules. ‘Ieder kind verdient een nieuwe kans, elke dag opnieuw.’ ‘Net als iedere pm’er’, vult Jos aan en dat geeft me nieuwe moed.

Vertrouwen

Ik heb de neiging om Jules helemaal te negeren, maar dat kan natuurlijk niet. Zo luchtig mogelijk houd ik contact, met af en toe een klein grapje. Na een paar weken krijg ik voor het eerst een heel klein lachje van hem. Ik zou wel door de groep willen dansen, zo blij ben ik, maar ik houd me in. Bij de kinderen komt hij ook een beetje los, dank zij de onopvallende tactische acties van Jos. Ik ga haar steeds meer waarderen, ze doet veel creatieve activiteiten met de grote peuters.

‘Pats! Het autootje slaat recht in mijn gezicht’

Na de oudergesprekken komt Jos lachend naar me toe: ‘De moeder van Jules vindt ons een tof team, dat haar manneke goed onthaald heeft.’ Gelukkig maar, geen kritiek op mij, denk ik bij mezelf. Ik lacht terug naar Jos: ‘Je mag blijven. Jouw magische krachten hebben onze groep veel goeds gebracht en het steeds gezelliger gemaakt in de groep.’ Ze kijkt me ernstig aan. ‘Die magie zit niet speciaal bij mij. Het ontstaat in de groep vanuit vertrouwen. Vertrouwen van jou in mij en van mij in jou en van ons samen in ieder kind.’ Dat stelt me gerust. Ik hoef niet jaloers te zijn op Jos of aan mezelf te twijfelen, ik hoef alleen maar te oefenen in vertrouwen.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.