Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Hechtingsstijlen: een veilige basis voor alle kinderen

Kinderen kunnen veilig en onveilig gehecht zijn. De hechting van een kind kun je terugzien in het gedrag. Hoe ga je om met onveilig gehechte kinderen? Gezinspedagoog Joyce Blauwhoff: 'Wees de rots in de branding als een kind thuis geen betrouwbare volwassene heeft.'
Kinderen die veilig gehecht zijn, hebben erop leren vertrouwen dat ze terecht kunnen bij hun verzorger. Ook als die (tijdelijk) uit beeld is. Ze weten dat hun ouders (of bijvoorbeeld grootouders) er voor ze zijn op momenten dat ze stress hebben, moe zijn, ziek zijn, honger hebben of emoties hebben, zoals angst, boosheid of verdriet. Een veilig gehecht kind heeft dus een gezonde balans tussen het ontdekken van de omgeving en weer terugkomen bij de bekende, vertrouwde volwassene. Hoe vaker dit proces lekker verloopt, hoe meer zelfvertrouwen een kind krijgt en hoe veerkrachtiger het is. Het kind voelt dat het altijd op zijn of haar verzorgers kan terugvallen. Zo zal een peuter die veilig gehecht is, makkelijker omgaan met afscheid nemen van zijn ouders. Het is voor het kind vanzelfsprekend: straks zie ik ze weer!

Onveilig gehecht

Jammer genoeg zijn niet alle kinderen (even) veilig gehecht. Dat kan bijvoorbeeld komen door langdurige afwezigheid van ouders; fysiek of psychisch. Ook instabiele opvoedsituaties kunnen een rol spelen, of mishandeling. En de hechtingsgeschiedenis van de ouder zelf. Als je moeder ziek is, je vader vaak bij haar in het ziekenhuis zit en jij als kind wordt opgevangen door opa en oma of andere mensen, heeft dit vanzelfsprekend invloed op de manier waarop je je aan je ouders hecht. Hechting draait immers om aandacht, nabijheid en communicatie. Als die elementen er niet (of minder) zijn, om welke reden dan ook, beïnvloedt dat het hechtingspatroon. En daarmee de ontwikkeling van een kind. Overigens is het niet zo dat als je onveilig bent gehecht, dat voor de rest van je leven is. Dat zegt gezinspedagoog Joyce Blauwhoff: ‘Hechting is namelijk dynamisch; het is geen vaststaand gegeven. Een kind profiteert van iedere positieve vertrouwensrelatie. Daarom heb jij als pedagogisch medewerker zo’n belangrijke rol in het leven van een onveilig gehecht kind. Jij kunt het kind geven wat het nodig heeft om goed te kunnen hechten. Dat doe je al door het kind aandacht te geven, er te zijn, te reageren op het kind en in te spelen op zijn of haar behoeftes. Ondersteun een kind: zeg wat je doet en doe wat je zegt. Maak samen plezier en hou een lijntje met het kind: zorg dat je er bent als het je nodig heeft (geruststellen, troosten, reageren). En knuffel, heel veel! Je versterkt zo de hechtingsband met een kind. Want door die een-op-een interactie zend je steeds positieve hechtingsboodschappen uit. Daar profiteert ieder kind van.’

Opvallend gedrag

Kinderen die onveilig gehecht zijn, kunnen gedrag vertonen dat je enorm kan uitdagen in de interactie. Zo kunnen kinderen heel erg naar buiten gericht zijn: ze bijten, slaan en schreeuwen. Of ze zijn juist heel erg teruggetrokken: ze vermijden contact en zijn in zichzelf gekeerd. Het kan als pm’er dan best lastig zijn om die sensitieve, warme en inlevende volwassene te zijn. Joyce adviseert: ‘Vertoont een kind dit soort gedrag, observeer het kind dan zorgvuldig. En vraag hulp bij je collega’s of leidinggevende of bespreek het met de pedagogisch coach. Zoek ook contact met ouders. Het is belangrijk dat je weet uit wat voor gezin een kind komt, wat er op dat moment speelt in de thuissituatie. Dan kun je het gedrag beter plaatsen en meer begrip opbrengen.’
Joyce Blauwhoff is, naast onder meer kinderpsycholoog en opvoedkundige Tischa Neve en trainer Eva Bronsveld, een van de sprekers tijdens de Masterclass Opvallend Gedrag bij Kinderen op woensdag 13 december. Meer info of aanmelden >>

Onderliggend proces

Gedrag dat is ontstaan door onveilige hechting is moeilijk te kaderen, geeft Joyce aan. Bij afwijkend, ongeremd of lastig gedrag kunnen immers nog veel meer aspecten een rol spelen. ‘Natuurlijk kan het zijn dat bij het gedrag van een kind de hechting een rol speelt. Vaak is dat het topje van de ijsberg. Zo kan extra aandacht die een kind vraagt te maken hebben met hechting, maar net zo goed met gedragsproblematiek als ADHD of autisme. Of met een pasgeboren baby in huis, of ouders die ruzie hebben gehad. Hechting is vooral een onderliggend mechanisme, waarop een kind terugvalt in stresssituaties. Stel, een kind heeft een ouder (gehad) die niet emotioneel beschikbaar is, dan kan het zijn dat het kind voortdurend contact zoekt met jou. Jouw aandacht claimt. Dat het in paniek raakt als je eventjes de groep wilt verlaten. Deze ambivalent gehechte kinderen (zie kader) willen steeds jouw nabijheid en aandacht. En ze zoeken comfort en structuur, omdat hun ouders ze dat niet geven, of omdat ze afwezig en/of onvoorspelbaar zijn.’

‘Een veilig gehecht kind voelt zich vertrouwd in de wereld om zich heen, ook als de ouder niet in de buurt is’

Liefde en geduld

Waar het om gaat, benadrukt Joyce, is dat je je ervan bewust bent waar het gedrag mogelijk vandaan kan komen. Vergeet daarbij ook niet naar jezelf te kijken. Registreer wat het gedrag van een kind met jou doet: vind je gehuil dat door merg en been gaat bloed-irritant, maakt een kind je boos, voel je je machteloos? Bespreek dit soort gedachtes met je collega’s en pedagogisch coach. Hoe komt het dat je zo reageert? Ervaren zij hetzelfde bij een kind? Weet dat het oké is dat je dit soort gevoelens hebt. Tegelijkertijd moet je beseffen dat jouw reactie ook te maken heeft met jouw eigen normen en waarden en de hechtingsboodschappen die jij als kind hebt gekregen. Dit kleurt jouw begeleidingsstijl. Door hiervoor open te staan, kun je het gedrag van een kind beter begrijpen en begeleiden. Uiteindelijk help je een kind het allermeeste met jouw liefde, aandacht en geduld. Want hoe je het ook wendt of keert: ieder kind wil zich geliefd, gezien en gehoord voelen. ‘Kinderen die ons in het contact het meeste afwijzen, zijn vaak de kinderen die het het hardst nodig hebben. Daar komt jouw professionaliteit om de hoek kijken. Vaak ben je geneigd uit contact te gaan bij lastig gedrag. Zet de deur juist wagenwijd open en zoek verbinding met het kind. Wees altijd het veilige baken voor alle kinderen op je groep.’
Dit artikel is ontleend aan de workshop over hechting van Joyce Blauwhoff. Meer informatie: www.​jblauwhoff.​nl.

Hechtingsstijlen
Kinderen hechten zich allemaal, maar niet op dezelfde manier. Er zijn vier hechtingsstijlen:
Veilige hechting Zestig procent van alle kinderen is veilig gehecht. Bij hen is er balans tussen nabijheid zoeken van een bekende, vertrouwde volwassene en het ontdekken van de omgeving (exploreren). Het kind voelt zich veilig en vertrouwd in de wereld om zich heen, ook als de ouder niet in de buurt is. Het kind heeft zelfvertrouwen en veerkracht.
Ambivalente hechting Deze kinderen hebben de warme, sensitieve opvoeder gemist. Zij maximaliseren hun hechtingsgedrag. Ze zoeken nabijheid, maar zijn niet snel gekalmeerd. Deze kinderen spelen amper en hebben niet veel interesse in hun omgeving.
Vermijdende hechting Deze kinderen hebben geleerd dat volwassenen niet beschikbaar zijn. Zij stellen zich onafhankelijk op en minimaliseren het hechtingsgedrag. Ze negeren volwassenen, zoeken weinig troost en zijn heel zelfstandig. Het kind is heel erg op zichzelf en er is weinig interactie.
Gedesorganiseerde hechting Deze hechtingsstijl komt het minst voor en vooral bij kinderen met ingrijpende traumatische ervaringen, zoals mishandeling. Het kind kan moeilijk inschatten of de ouder beschikbaar is door tegenstrijdige reacties. Kinderen vertonen onvoorspelbaar, zeldzaam en/of vreemd gedrag.
Meer lezen?
  • Spelenderwijs verbinden en hechten, Micheline Meis.
  • Gezond Hechten, opgroeien in verbondenheid met jezelf en de wereld, Lois Eijgenraam.

Ontwikkelingspsycholoog Steven Pont geeft elk nummer zijn visie bij een van de pedagogische artikelen in Kinderopvang.

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41189-023-1899-4/MediaObjects/41189_2023_1899_Fig2_HTML.jpg
Je kunt gehecht zijn aan het vaasje van je overleden tante, aan een mooi schilderij en zelfs aan je woonplaats. Dat betekent dat deze zaken allemaal een emotie bij je losmaken en betekenisvol voor je zijn. Maar de belangrijkste hechting is toch wel die aan je medemens. Een groot deel van je uiteindelijke levensgeluk hangt ermee samen.
Nu kan ik het hier natuurlijk hebben over de kinderen waar we mee werken, maar laat ik dat nou eens niet doen. Ik wil het hebben over jou. Jij bent namelijk ook in je jonge jaren op een bepaalde manier gehecht en dat heeft grote consequenties voor hoe je in je werk staat. Stel bijvoorbeeld dat je wat ambivalent gehecht bent. Je ouders zeiden vaak dat je niet moest zeuren, dat dingen die jij moeilijk vond allemaal niet zo belangrijk zijn en emotioneel waren ze misschien zelfs wel wat afstandelijk. En dan kom je op een dag op het werk en merk je dat je van een jongetje vindt dat hij eigenlijk ook maar wat zeurt…
Als het goed is, schrik je dan een beetje. Want gaat je reactie wel over het gedrag van dit jongetje, of eigenlijk over jou? Als hij namelijk met iets komt dat jij maar overdreven vindt, kon het wel eens zo zijn dat je onbewust toch je ouders aan het kopiëren bent. Als jij er vroeger geen aandacht voor kreeg, waarom zou dit snotjongetje dat dan wel moeten krijgen? Los het zelf op, denk je dan. Niet zeuren…
Zo zie je maar. Een timmerman heeft een gereedschapskist waar hij zijn werkmateriaal uit haalt. Een hamer en een zaag en een nijptang. Maar in de kinderopvang zijn we ons eigen werkmateriaal, we werken met wie we zijn. En als we iemand zijn die op het gebied van hechting een beetje een belast verleden heeft, dan nemen we dat soms dus ongewild mee naar ons werk met de kinderen. Elke reactie die je op je werk geeft, zegt natuurlijk iets over de situatie, maar ook over jou. Alle mensen reageren immers anders op dezelfde situatie. Hoe dat komt? Deels omdat we dus allemaal een andere hechtingsgeschiedenis achter de rug hebben. Een goede professional kijkt daarom ook hoe hij of zij zelf eigenlijk groot is geworden.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.