
Het Nederlands Consortium Kinderopvang Onderzoek (NCKO) heeft van 2005 tot 2016 de landelijke kwaliteitsmetingen uitgevoerd en de instrumenten hiervoor ontwikkeld. Na een openbare aanbesteding heeft het ministerie van SZW de opdracht nu gegund aan de Universiteit Utrecht (onder leiding van professor Paul Lesemann) en onderzoeksinstituut Sardes.
Trends gesignaleerd
Vanaf 2017 wordt de kwaliteit van de kinderopvangvoorzieningen in Nederland jaarlijks gemeten. Dit gebeurt onder de naam Landelijke Kwaliteitsmonitor Kinderopvang (LKK). De voorbereidingen hiervoor zijn in volle gang en de eerste kinderopvangorganisaties zijn al benaderd voor deelname. De metingen worden vanaf nu jaarlijks verricht in steeds nieuwe representatieve steekproeven. Over de jaren heen ontstaat zo een betrouwbaar en landelijk dekkend beeld van de kwaliteit. Verder kunnen trends in de kwaliteit door deze opzet eerder worden gesignaleerd, aldus het ministerie. De kwaliteitsmetingen richten zich niet alleen op de kinderdagopvang, het peuterspeelzaalwerk en de buitenschoolse opvang, maar ook op de gastouderopvang.
Meetinstrumenten
Voor de metingen wordt gebruik gemaakt van dezelfde meetinstrumenten als voorheen waardoor de continuïteit en vergelijkbaarheid met de eerdere NCKO-metingen is gegarandeerd. Ook worden nieuwe instrumenten ingezet om recht te doen aan recente ontwikkelingen in de kinderopvangsector. Deze nieuwe instrumenten gaan (onder meer) in op de ontwikkeling en het welbevinden van het individuele kind.
Voor meer informatie: www.monitorlkk.nl of info@monitorlkk.nl
In 2015 maakte minister Asscher bekend dat hij wilde toewerken naar een jaarlijkse meting van de pedagogische kwaliteit. Zo zijn de effecten van bezuinigingen en investeringen in kwaliteit zichtbaar. Lees meer