‘Ik droom van een toekomst waarin de deeltijdklem is verdwenen,’ schrijft Putters in een opiniestuk in het Financieele Dagblad (FD). Daarmee doelt hij op de situatie dat de meeste vrouwen parttime werken. Dat doen zij aan de ene kant omdat werkgevers meer uren werken niet stimuleren en aan de andere kant omdat de opvang niet flexibel of betaalbaar genoeg is om gezinszorg en werk te combineren. Bovendien heerst de sociale norm dat het zielig is om kinderen vaak naar de opvang te brengen.
Niet alleen zijn vrouwen door de deeltijdklem vaak niet economisch zelfstandig, het gaat ook nog eens ten koste van de arbeidsproductiviteit en zodoende de economische groei, betoogt Putters. Hij pleit niet alleen voor verandering van de normen, maar ook voor een andere visie op kinderopvang. Namelijk een visie ‘waarin kinderopvang niet alleen helpt om mensen aan het werk te krijgen of te houden, maar ook belangrijk wordt gevonden vanwege de positieve effecten op de ontwikkeling en levensloop van kinderen.’
Duwtje in de rug
Bijzonder hoogleraar Toezicht Femke de Vries deelt de dromen van Putters. Om één en ander te bewerkstelligen moeten ouders een duwtje in de rug krijgen, benadrukt zij in haar opiniestuk in het FD. Hiermee bedoelt zij dat ouders al tijdens de zwangerschap geïnformeerd moeten worden over de voordelen van een werkende moeder en kinderopvang. De Vries: ‘Kinderopvang is niet zielig. Het loont.’