Iets oudere kinderen leggen wel vaker het verband tussen Zwarte Piet en een zwarte persoon. Beide groepen hebben een positief beeld van Zwarte Piet. Dat blijkt uit onderzoek van Judi Mesman, hoogleraar Diversiteit in opvoeding en ontwikkeling aan de Universiteit Leiden. Eén van de argumenten in het soms verhitte Pietendebat is dat Zwarte Piet een negatief stereotype verbeeldt van een zwart iemand die een beetje dommig is en de knecht is van een witte man. Zo zouden kinderen die stereotiepe kenmerken ook kunnen associëren met zwarte mensen. Dat klopt volgens het onderzoek dus niet. Mesman is de eerste wetenschapper die onderzocht of kinderen daadwerkelijk die associatie hebben.

Het is de eerste keer dat er in Nederland onderzoek gedaan is naar de manier waarop kinderen over mensen met verschillende huidskleuren leren denken. De onderzoekers wilden zich eerst niet bekend maken omdat ze bij eerder onderzoek naar Zwarte Piet bedreigd werden. Lees meer >>
Mesman hield een steekproef onder uit 201 kinderen van 5 t/m 7 jaar. Zij kregen vragen over welke kenmerken bij Zwarte Piet horen. Ook moesten ze kaartjes categoriseren met Zwarte Piet, een zwarte persoon, een clown en een witte persoon. Slechts 11 % van de kinderen deelde Zwarte Piet in bij de categorie zwarte persoon en de clown bij de witte persoon. Oudere kinderen deelden wel vaker in op basis van huidskleur. Van de 5-jarigen rangschikte 3% op huidskleur, van de 6-jarigen deed 11% dat, en van de 7-jarigen al 20%.
Zwarte Piet aardig hulpje
De ondervraagde kinderen zien Zwarte Piet duidelijk als hulpje, maar ze hebben meestal wel een heel positief beeld van hem. Kinderen mochten kaartjes met kenmerken (zoals lief of stout) toekennen aan Zwarte Piet, een zwarte persoon, een clown, of een witte persoon. Omdat er van elk kenmerk twee kaartjes waren, had elke figuur 50% kans om een bepaald kaartje te krijgen. Rond de 80% deed kaartjes met woorden als aardig, slim en hardwerkend in de beker van Zwarte Piet. Kinderen associëren Zwarte Piet minder met de woorden lui (19%) en dom (35%). Als kinderen deze negatieve typeringen aan Piet toekenden, deden ze dat bijna nooit ook bij de zwarte persoon, maar wel bij de clown.
Ouders en kinderen andere mening
Mesman onderzocht ook of kinderen beïnvloed worden door de mening van hun ouders. De ondervraagde ouders zijn merendeels hoogopgeleid (circa 75 % van de moeders, 60% van de vaders). Hun meningen hingen niet samen met de spontante beschrijvingen die hun kinderen gaven van Zwarte Piet en niet met de manier waarop kinderen sorteerden. Kinderen van ouders die vóór verandering van Zwarte Piet zijn, leggen juist iets vaker de relatie tussen Zwarte Piet en zwarte persoon en kenden meer stereotiepe kenmerken toe zoals hulpje, lui en dom. Mesman: ‘Misschien hebben deze kinderen gesprekken van ouders opgevangen over dit onderwerp waardoor ze zich meer bewust zijn van de mogelijk negatieve kenmerken van Zwarte Piet. De beperkte invloed van de mening van ouders komt waarschijnlijk doordat veel ouders hun mening over Zwarte Piet voor de kinderen verbergen om hun beleving van het feest niet te verpesten.’