In de voortgaande artikelen over samenwerking zijn de vier modellen of samenwerkingsniveaus aan bod gekomen. Stand alone, Face to Face, Hand-in-Hand en All-in-one. In dit artikel ga ik in op het oermodel waaruit kindcentra en IKC’s feitelijk zijn voortgekomen, de brede school.
De gedachte van de brede school was en is om het kind centraal te stellen. En om, afhankelijk van vragen, talenten en behoeften van kinderen, vanuit de school te kijken welke organisaties, professionals, bewoners iets kunnen en willen bijdragen aan een brede, rijke ontwikkeling. Voor alle kinderen. Dus niet alleen voor kinderen uit sociaal zwakkere wijken, al werd de brede school daar wel vaak mee geassocieerd.
Community schools
Enkele jaren geleden was ik in Albuquerque, USA. Ik bezocht daar, als deelnemer en gastspreker een congres voor Community schools, de naam die ze in de USA aan de brede school hebben gegeven. Daar werd een filmpje getoond. Neem vooral even de tijd om die video te bekijken. Ik heb het inmiddels tientallen keren gezien. Iedere keer weer vind ik dat in deze animatie de essentie van de brede school op geweldige wijze wordt weergegeven.
Namelijk: kijk wat kinderen nodig hebben aan uitdaging of ondersteuning, zoek die partijen en organisaties erbij die dat beetje extra kunnen toevoegen zodat zij volop bagage hebben voor hun vervolgstudie, hun verdere loopbaan, hun leven. Uiterst eenvoudig en helder wordt ook weergegeven waarom we dit samen zouden moeten doen. En wat het belang ervan is voor kinderen, en hun ouders. Samen werken aan de toekomst van kinderen, het is de essentie van ons vak.
Campus in Almere
Een ander voorbeeld: in Almere werk ik aan de ontwikkeling van een campus, waarbij twee scholen met twee verschillende denominaties als één team hecht samenwerken met één kinderopvangorganisatie. Binnen de campus wordt dezelfde pedagogische visie en aanpak gehanteerd en is er op beide locaties een peuterplusgroep, passend bij de specifieke onderwijsvisie van iedere afzonderlijke school.
Samen gaan deze kindpartners op zoek naar bewoners, organisaties en professionals in de omliggende wijk. Bijvoorbeeld om een uitgebreid naschools aanbod te kunnen verzorgen, om met de buurtagent vandalisme te voorkomen, om op het gebied van passend onderwijs voor kinderen van 0 tot 12 jaar specialistische zorg in te kunnen zetten. En voor de ouders is er op deze manier ook nog eens wat te kiezen. Zo ontstaat opeens een prachtige hybride vorm van brede school en IKC.
Curaçao
Tot slot een mooi voorbeeld binnen ons Koninkrijk der Nederlanden, maar net iets verder weg. Op Curaçao werk ik op 6 pilotlocaties aan de realisatie van ieders brede school. Geweldig te zien hoe daar, in het Caribisch deel van Nederland, organisaties de handen inéén slaan om het allerbeste voor hun leerlingen te verzorgen.
De betrokkenheid van de wijk, van bewoners, is daar veel meer noodzakelijk en vanzelfsprekender dan bij ons in Nederland. De kerk zorgt voor broodjes voor kinderen die zonder ontbijt op school komen, een aparte stichting verzorgt warme maaltijden, de lokale DJ doet een clinic over muziek, het buurthuis verzorgt activiteiten zoals salsa-dans, drama, kledingontwerpen en studiebegeleiding voor de achtstegroepers die klaar zijn met de eindtoets, de wijkagent houdt een opvoedkundig praatje en er zijn themabijeenkomsten voor ouders. En in het weekend wordt er samen met ouders, opa’s, oma’s en onder het toeziend oog van een lokale kunstenaar, geschilderd aan de school.
En die school is – dat is het mooie – in de basis een vergaande samenwerking tussen voorschoolse educatie, basisschool en naschoolse educatie. Werkend als één team van professionals, werkend aan een doorgaande lijn, zo is de ambitie, onder één dak, vanuit dezelfde visie. Een IKC zou je het kunnen noemen, maar dan breder. Op Curaçao wordt dit zelfs als de school van de Toekomst gezien, Skol Amplio, ver-brede school.
Verrijkte schooldag
Terug naar Nederland, we nemen het nieuwe partijprogramma van D66 bij de hand. Daarin staat letterlijk: ‘D66 wil dat de brede school de norm wordt voor alle kinderen en niet langer de uitzondering’. Allereerste actiepunt dat wordt genoemd is: ‘Een verrijkte schooldag met onderwijs, opvang, sport, cultuur, muziek, natuur en huiswerkbegeleiding.’
En zo is de cirkel in 2020 weer rond en wordt er van de ervaringen in het verleden gelukkig wél geleerd! En wat zou dat dan toch mooi zijn, die ‘School van de Toekomst’, met als hart een organisatie als van een IKC, kernpartners als ware het één organisatie, all-in one. Een inclusief team van professionals werkend met kinderen van 0-12 jaar. Met een programma dat aansluit op hun ontwikkelingsfase. En daaromheen een netwerk van ketenpartners, specialisten, ouders, buurtbewoners, structureel rondom het kind om die ontwikkeling te verrijken. Of zoals Micha de Winter, hoogleraar pedagogiek dat noemt, inzet van de pedagogische civil society. Of zoals een bekend Afrikaans gezegde het beeldend en concreet uitdrukt, It takes a village to raise a child.
Modellen van samenwerking
Moeten we het IKC dan voortaan weer brede school gaan noemen? Welnee, maar in deze reeks van artikelen over samenwerking waar het ging over modellen van samenwerking tussen onderwijs en opvang, zou ik ervoor willen pleiten om samenwerking zeker niet te beperken tot alleen onderwijs en opvang. Stem je samenwerkingspartners af op de doelgroep waar je mee werkt. En het kind, dat staat in het midden, met al zijn vragen en een lonkend rugzakje dat gevuld kan worden met kennis, vaardigheden en andere waardevolle zaken waarmee je kan werken aan je toekomst. Organiseer daaromheen de samenwerking: face to face, hand in hand of all-in one.
Alleen is volgens mij niet meer van deze tijd, het is niet een kwestie van of je samenwerkt, maar hoe je samenwerkt. En noem het school of IKC, of brede school, speel- leercentrum of basisvoorziening. Maar besef vooral waarom je dit allemaal doet. Om samen meer te bereiken dan ieder apart. 1+1=3. The road is long, the work is hard, but it’s the most important work there is…….
Meer informatie over de kwaliteitskaart brede school vind je hier.
In de pedagogische civil society van Micha de Winter wordt de ‘wijze kennis’ van de omgeving ingeschakeld bij de opvoeding. Grootouders, vrienden en familie, buren, leerkrachten, de trainer van de sportclub, de leiders van de jeugdbeweging en andere volwassenen: it takes a village to raise a child. Kinderen opvoeden gaat verder dan alleen de ouders, je hebt er een heel dorp voor nodig. De Winter gebruikt dit Afrikaanse gezegde om uit te leggen dat opvoeding geen individuele zorg zou mogen zijn. Opvoeding moet terug een publiek thema worden: onderwerp van collectieve zorg en betrokkenheid.