Eens in de zoveel tijd is Marcel van der Steen, projectleider maatschappelijk vastgoed van de gemeente Uden, te gast bij het plaatselijke speelleercentrum De Wijde Wereld. Hem valt dan altijd één ding op: de rust. ‘Er komen zo’n negentig kinderen de aula binnen, en ze pakken allemaal hun bordje en eten en drinken. Natuurlijk gaat dat gepaard met enig rumoer, het zijn immers kinderen. Maar het is in wezen ordelijk en gedisciplineerd. Dat maak ik wel eens anders mee.’
Volledig geïntegreerd
De Wijde Wereld is ontwikkeld vanuit een bijzondere gedachte. Anders dan bij veel andere IKC’s worden opvang en onderwijs aangeboden vanuit één volledig geïntegreerde organisatie. De naschoolse opvang vindt plaats verspreid over de dag; de kinderen wisselen hun schooltijd dus af met buitenschoolse opvang. ‘Dat werkt uitstekend,’ aldus oprichter Jos van Zutphen. ‘De medewerkers van de opvang en het onderwijs maken deel uit van dezelfde organisatie en hoeven elkaar dus weinig uit te leggen.’
Gemeente positief
Marcel van der Steen werkt al tien jaar bij de afdeling maatschappelijke dienstverlening van de gemeente. Hij was vanaf het begin bij De Wijde Wereld betrokken. ‘Het was meteen al duidelijk: dit is een bijzonder concept,’ zegt hij. ‘Het was nieuw. Geen school en geen kinderopvang, maar iets dat dit overstijgt. We stonden er als gemeente positief tegenover. Ook omdat je zo aan de landelijke politiek duidelijk kunt maken dat er op plaatselijk niveau allerlei mooie dingen gebeuren.’
Wetgeving is een probleem
Maar er was wel een probleem: geïntegreerde opvang en onderwijs is lastig te realiseren binnen de bestaande wet- en regelgeving. ‘En daar moesten we ons uiteraard wel aan houden,’ aldus Van der Steen. ‘Dan begint de uitdaging. Hoe vind je elkaar? Dat deden we aftastend, elk gesprek was eigenlijk een brainstorm. Gaandeweg wordt duidelijk waar je tegenaan loopt, en dan kun je verder.’
Een punt van aandacht waren bijvoorbeeld de Wet primair onderwijs en de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs. Op zich is die wet- en regelgeving helder: de financiering vindt plaats op basis van een verwacht aantal leerlingen voor de komende vijftien jaar. Dat vermenigvuldig je met een aantal vierkante meters en daar rolt dan een bepaald normbedrag uit.
Zelf financiering regelen
Het probleem bij de financiering van De Wijde Wereld was dus niet het onderwijsdeel, maar het opvangdeel. Iets wat nog eens extra ingewikkeld werd doordat opvang en onderwijs er geïntegreerd zijn. ‘De gemeente was ons ter wille maar kon de financiering van het kinderopvangdeel uiteindelijk toch niet op zich nemen. We hebben dat dus zelf moeten regelen,’ aldus Jos van Zutphen.
Inmiddels zijn we een aantal jaren verder, en is er nieuw verhuurbeleid ontwikkeld door de gemeente. Op basis van dit verhuurbeleid kunnen scholen structureel leegstaande lokalen verhuren voor kindgerelateerde functies. De opbrengsten hiervan mag de school grotendeels behouden en benutten voor het onderwijs of het schoolgebouw. Voordeel voor de gemeente is dat een schoolgebouw volledig in juridisch eigendom blijft van een schoolbestuur, waarmee dure of bureaucratische constructies van eigendom of gebruik en onderhoud worden voorkomen.
Grootte van de groepen
Een ander probleem wat betreft de regelgeving was de grootte van de groepen. Van Zutphen: ‘We hebben zoals elke traditionele school klassen met meer dan twintig leerlingen. Maar de leerlingen krijgen dus ook een deel van de dag bso, of ‘wereldtijd’, zoals wij dat noemen. Formeel mag zo’n bso-groep niet groter zijn dan twintig kinderen, om te voorkomen dat organisaties concessies gaan doen aan de kwaliteit. Maar bij ons is dat niet aan de orde. Het geeft de kinderen juist rust als ze bij elkaar blijven. Gelukkig hebben we daarover afspraken kunnen maken met de gemeente.’
Beredeneerd niet-handhaven
Die afspraken behelzen het zogeheten ‘beredeneerd niet-handhaven,’ legt Marcel van der Steen uit. ‘Dat betekent dat we zien dat de gekozen oplossing werkt, veilig is en aan de geldende kwaliteitseisen voldoet, zoals het vierogen principe. Het betekent ook dat we continu monitoren. We hebben regelmatig overleg of we het beredeneerd niet-handhaven kunnen voortzetten. Hierover is maandelijks contact, nu ook in combinatie met de planvorming voor de uitbreiding van De Wijde Wereld. Belangrijk is dat de lijntjes kort zijn en we elkaar snel en makkelijk weten te bereiken.
Veel werkbezoeken
De grondhouding bij dit alles is constructief, met respect voor ieders rol en verantwoordelijkheden, aldus Van der Steen. ‘De Wijde Wereld krijgt veel werkbezoeken, van andere opvang- en onderwijsorganisaties, maar ook van ambtenaren en beleidsmakers. Het is een succes. Daaruit blijkt: de wetten worden in Den Haag bedacht, maar de innovatie vindt hier plaats, bijvoorbeeld in de gemeente Uden. En daar ben ik stiekem wel een beetje trots op.’