Ondanks dat de leges al vaker bekritiseerd zijn, ook door de Brancheorganisatie Kinderopvang, zijn er in 2013 negentien nieuwe gemeenten bij gekomen die leges heffen voor registratie in het LRKP. Adviesbureau Pulito onderzocht welke gemeenten er met kop en schouders bovenuit steken en maakte een overzicht van alle bestaande en nieuwe gemeenten die leges heffen voor registratie.
Grote verschillen
Noord-Brabant levert de meeste nieuwkomers: zes gemeenten extra, vergeleken met 2012. In Blaricum betalen gastouders € 1006 om zich te laten registreren en kindercentra en gastouderbureaus betalen maar liefst € 1974 voor registratie. In de gemeente Druten betaalt een gastouder € 469 en een gastouderbureau € 1711. Ook in Eemnes, Gemert – Bakel, Laren, Neerijnen, Stichtse Vecht, Veldhoven en Woudenberg zijn kinderopvangorganisaties, peuterspeelzalen en gastouders veel geld kwijt aan de registratie. Andersom zijn er juist ook veel gemeenten waar helemaal geen leges worden gevraagd voor registratie in het Landelijk Register.
Aanbod gastouderopvang
De VGOB vindt de hoge leges niet alleen een belemmering voor gastouders om te starten, maar ook een belemmering voor vraagouders. Door de hoge leges verdwijnt in sommige gemeenten het aanbod van gastouderopvang waardoor de keuzevrijheid van ouders wordt beperkt.
Transparantie
In de petitie vragen VGOB en KNGO om leges passend bij de inkomsten van een gastouder. Ook willen de partijen meer transparantie. Door de middelen die gemeenten van het Rijk ontvangen voor toezicht en handhaving te oormerken, wordt duidelijk wat gemeenten extra kwijt zijn aan registratie in het Landelijk Register. De partijen hopen dat er een landelijk maximumbedrag voor inschrijving in de wet wordt afgesproken.
