Dit blijkt uit onderzoek dat seniorenorganisatie Unie KBO verrichtte onder 750 Nederlandse 65-plussers. Precies 66% van de Nederlandse grootouders speelt een rol in de opvang en verzorging van hun kleinkinderen. En dit wordt niet als straf gezien, de meesten (65%) vinden het een combinatie van plezier en ze helpen tegelijkertijd ook hun kinderen. Het aantal uren dat ze hieraan besteden, loopt zeer uiteen, van 1 tot 40 uur per week; gemiddeld 8,5 uur per week.

Levenslessen meegeven

70% van de grootouders geeft zijn kleinkinderen iets mee voor hun levenspad. De drie meest belangrijke zaken die worden meegegeven, zijn je gelukkig voelen (24%), zelfvertrouwen hebben (14%) en eerlijk zijn (12%). Eén op de drie grootouders wil hun kleinkinderen iets meegeven op het gebied van geloof en spiritualiteit zoals respect, naastenliefde, liefde, vertrouwen en goed zijn voor anderen.

Ergeren aan andere opa’s en oma’s
Van de senioren ergert 33% zich aan (andere) grootouders. Zo kunnen grootouders nergens anders meer over praten dan hun kleinkinderen, ze scheppen voortdurend op, ze verwennen hun kleinkinderen en zijn inconsequent in de opvoeding. En aldoor maar weer die eeuwige foto’s… Aan de andere kant is ruim de helft van de senioren ook wel eens jaloers op de manier waarop andere grootouders omgaan met hun kleinkinderen. Bijvoorbeeld wanneer ze vaker of een beter contact hebben met hun kleinkinderen en wanneer ze meer geld te besteden hebben aan cadeaus en leuke uitjes. 64% van de grootouders ziet de kleinkinderen gemiddeld bijna zeven keer per maand. Grootouders zijn óók verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kleinkinderen, vindt 28%; 72% vindt van niet. 

Overbelasting opa en oma
ANBO waarschuwt dat grootouders moeten oppassen dat ze niet overspannen raken door op te passen op kleinkinderen. De oppasopa of -oma moet leren grenzen te stellen. Veel grootouders durven tot nu toe niet vaak ‘nee’ te zeggen als ouders vragen op hun kinderen te passen. Editie NL maakte hier een item van.