In 2011 werd er nog voor 736.000 kinderen kinderopvangtoeslag betaald, in de eerste 9 maanden van 2013 waren dat er nog 647.00. De grootste daling van het aantal kinderen waarvoor toeslag wordt verkregen, is te zien bij de lagere inkomens. Bij de hogere inkomens daalt met name het aantal uren opvang per kind. De grote daling bij de hoogste inkomenscategorie wordt veroorzaakt doordat eerste kinderen van ouders met een verzamelinkomen boven de €118.189 niet meer in de cijfers worden meegeteld.
Arbeidsparticipatie
De arbeidsparticipatie over de gehele linie is gedaald ten opzichte van 2012. Dit is in lijn met de toegenomen werkloosheid. Bij ouders met jonge kinderen is de arbeidsparticipatie in het derde kwartaal verder gedaald. De netto arbeidsparticipatie van vrouwen in het algemeen is met 0,3% gedaald van 60,6% in 2012 naar 60,3% over de eerste 9 maanden van 2013. Bij moeders met jonge kinderen is de arbeidsparticipatie gedaald met 1,5% naar 70% in het derde kwartaal van 2013.
Aantal locaties
De rapportage van het Ministerie van SZW geeft ook informatie over de ontwikkeling over het aantal kinderopvanglocaties in de kinderopvang. Het aantal locaties in de dagopvang en buitenschoolse opvang is redelijk constant. In de dagopvang zijn er iets meer locaties vergeleken met vorig kwartaal. In de buitenschoolse opvang is het aantal locaties juist iets gedaald. Het aantal gastouderlocaties laat ook een daling zien vergeleken met eerder dit jaar.
Uurprijs
Verder ligt de gemiddelde uurprijs in de dagopvang redelijk in de buurt van de maximum uurprijs. De gemiddelde uurprijs is in de dagopvang €6,55, in de buitenschoolse opvang €6,51 en in de gastouderopvang op €5,17. In de buitenschoolse opvang en gastouderopvang liggen de gemiddelde en maximum uurprijs verder uiteen. Het relatieve verschil tussen deze twee bedraagt 8,1%.
Lees meer in de kamerbrief over cijfers Kinderopvang derde kwartaal 2013 >>