Naast de scholen zijn ook de kinderopvang, gastouderopvang en buitenschoolse opvang sleutelspelers voor de ontwikkeling van kinderen, aldus de brancheorganisaties. In een brief aan de ministers pleiten ze onder meer voor de inzet van bso-medewerkers in het onderwijs. Daarnaast denken ze aan versterking van het bso-aanbod en het verbinden van aanbod vanuit het sociaal werk met de bso’s.
‘In de coronatijd hebben pedagogisch medewerkers op veel plekken bijgesprongen in het onderwijs, om de noodopvang op scholen te kunnen draaien,’ aldus de brief. ‘Er bestaat bij de kinderopvang een ondernemende “handen uit de mouwen” mentaliteit en de pedagogisch medewerkers zijn gewend te kijken naar: wat heeft dít kind nu nodig?’
Uitbreiden arbeidscontracten
De brancheorganisaties zien kansen om de kennis en expertise van pedagogisch medewerkers in te zetten vanuit het Nationaal Programma Onderwijs. De pedagogisch medewerkers kunnen hiermee hun vaak beperkte arbeidscontracten op de bso uitbreiden. ‘Ondertussen versterken we de samenwerking met het onderwijs op deze manier vanuit de praktijk. Dit is met het oog op de toekomst een hele goede investering!’
Voorschoolse educatie: 52 weken
De brancheorganisaties zien daarnaast mogelijkheden voor maatregelen in de voorschoolse educatie, ter versterking van de ontwikkeling van de kwetsbare kinderen. Een doorlopend aanbod van 52 in plaats van 40 weken aan VE-uren is wat hen betreft een eerste aanzet, maar nog niet toereikend.
In de brief staan ook enkele evidence based interventies en de conclusies van een rapport van Sardes met concrete maatregelen en acties in de voorschoolse periode, onder schooltijd en na schooltijd.