Het kabinet investeert 8,5 miljard euro in het onderwijs om de schade door de coronacrisis zoveel mogelijk te compenseren. Hierbij is ook een rol weggelegd voor de kinderopvang, denkt het kabinet maar ook brancheorganisatie BMK. 'Wellicht kunnen we expertise op het gebied van voorschoolse educatie inzetten in de vroegschoolse periode, door een soort verlengde VE in groep 1.'
Niet alle vertraging en achterstanden kunnen door scholen zelf worden weggewerkt, blijkt uit de Kamerbrief van de ministers Slob van Van Engelshoven. ‘Er is ook iets nodig naast het reguliere onderwijsprogramma.’
Suggesties zijn verlengde schooldagen, zomer- en weekendscholen en gratis huiswerkbegeleiding. Daarbij kunnen ook externe partijen worden ingeschakeld, zoals lerarenopleidingen, bibliotheken, culturele instellingen, jeugdzorg en de kinderopvang.
‘Essentieel is dat dit aanbod aansluit op wat leerlingen nodig hebben, aldus de ministers. ‘De gekozen maatregelen moeten bewezen effectief zijn en de randvoorwaarden (zoals ouderbetrokkenheid) moeten op orde zijn.’
Voorschoolse educatie
Acties op de korte termijn betreffen vooral de voorschoolse educatie. ‘Het is van belang om een zo groot mogelijk deel van de opgelopen leerachterstanden op de korte termijn weg te werken. Voor sommige leerlingen is de urgentie om achterstanden in te halen nog groter dan voor anderen. Voor kinderen in de voorschoolse educatie is het belangrijk om nu maatregelen te treffen voor een goede start op school,’ aldus de Kamerbrief.
Brancheorganisatie BMK is verheugd over de plannen van het kabinet. ‘Wij denken graag mee over bijvoorbeeld de structurele inzet van bso-medewerkers binnen het onderwijs,’ aldus woordvoerder Hélène Smid. ‘Om het onderwijs te ontlasten én te verrijken zou een structurele inzet van bso-medewerkers binnen het onderwijs kunnen worden uitgewerkt.’
Verlengde VE in groep 1
Ook de BMK wijst daarnaast op het belang van voorschoolse educatie. ‘Veel kinderen zijn hiervoor door de coronacrisis niet geïndiceerd. En de kinderen die afgelopen tijd zijn gestart of zouden starten na een wenperiode, hebben na de eerste sluiting en tweede sluiting veel begeleiding moeten missen.’
De BMK pleit voor maatregelen ter versterking van de ontwikkeling van deze kinderen. ‘Wellicht zelfs door VE-expertise in te zetten in de vroegschoolse periode, door een soort verlengde VE in groep 1. Daarnaast hebben we gelukkig tijdens de noodopvang een groot aantal kinderen in kwetsbare posities weten bereiken en hen kunnen opvangen, maar helaas niet allemaal.’