Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Blog Eugenie Suer – Wat betekent corona voor de ontwikkeling van kinderen?

De prioriteit in de kinderopvang is veiligheid, en dat is in Nederland goed op orde. Maar de ontwikkeling van ieder kind is ook een eerste levensbehoefte. Is dat nu nog op orde tijdens corona? Vergeten we deze basis of is deze aan het veranderen?
corona effect op stress kinderen
iStock

We denken dat er aan de basis voor het latere lezen, rekenen en alle andere vaardigheden die nodig zijn in het leven, toch gewoon door iedereen, die met kinderen werkt, hard aan wordt gewerkt. Maar is dat nu ook zo?

Kinderopvangorganisaties waarbij de pedagogische kwaliteit hoog is, zorgen ervoor dat er een goede brede basis gecreëerd wordt voor ieder kind. Deze organisaties maken het verschil. We weten inmiddels allemaal dat het uitmaakt ‘hoe’ je iets doet in de kinderopvang. Dit weten we uit vele (inter)nationale onderzoeken over kwaliteit in de kinderopvang.

En dan gaat het uiteraard niet over hoe je de coronaregels toepast. Wel over hoe je de pedagogische kwaliteit kunt behouden en juist ten tijde van een crisis als deze. Letten we daarop in alle hectiek van de afgelopen periode en nu de spanning of het goed blijft gaan de komende tijd? Deze coronacrisis en hoe je hiermee omgaat binnen een organisatie is net zo bepalend voor de kwaliteit, heeft net zoveel invloed op het zelfvertrouwen en de ontwikkeling van iedere medewerker en dus ook op ieder kind bij deze organisaties, als alle andere momenten van crisis.

‘Ik lees niets over de pedagogische gevolgen van deze crisisperiode op de ontwikkeling en het welzijn van kinderen in de leeftijd van 0-6 jaar’

Als ik google op ‘nieuwe regels kinderopvang tijdens corona’ of ‘nieuwe pedagogische regels’ verschijnen er alleen praktische onderwerpen op mijn scherm. Maar ik lees niets over de pedagogische gevolgen van deze crisisperiode op de ontwikkeling en het welzijn van kinderen in de leeftijd van 0-6 jaar. Of over aangepaste roosters, personele zaken door corona en de invloed daarvan op de kinderen. Wat ik hoor en lees is dat pedagogische medewerkers en directies tijdens corona intens zijn gaan samenwerken, samen trekken ze alles uit de kast om aan het werk te kunnen blijven met de kinderen in de opvang. Er zijn grote verschillen tussen de steden, de wijken, maar ook bij kinderopvang organisaties onderling in hoe er wordt omgegaan met alle maatregelen en de ontwikkeling van ieder kind. Tijdens corona vallen de verschillen erg op.

Sommige kinderdagverblijven/organisaties namen direct actie om de openingstijden aan te passen en andere voegden verschillende groepen kinderen met elkaar samen om zoveel mogelijk noodopvang te kunnen bieden. De ene organisatie ging net als scholen dingen online met de ouders delen zoals programma’s aanbieden, activiteitenpakketjes maken zodat ouders zelf thuis aan de slag konden of ouders bij de structuur betrekken. Anderen deden minder of niets. De overganggesprekken met ouders over de ontwikkeling werden veelal geschrapt net als de halfjaarlijkse gesprekken.

‘De overganggesprekken met ouders over de ontwikkeling werden veelal geschrapt, net als de halfjaarlijkse gesprekken’

Ik hoor de organisatie zeggen: we hebben het zo druk met de organisatie, het managen van de zorg. Is dit dan toch weer de veilige basis waarop we terugvallen bij een crisis? Vergeten we de pedagogische basis nu niet? Zou het niet fijn zijn als we weer gewoon verder konden waar we gebleven waren in het ‘oude leven’?

Nederland scoort de laatste jaren steeds slechter bij de Pisa-test van de OESO. Die meet de prestaties van 15-jarigen op het gebied van lezen, wiskunde en natuurwetenschappen. Willen we in Nederland in de top van het internationale onderwijs blijven, dan zullen we de dalende trend moeten doorbreken. De honger naar kennis is bij ieder kind hetzelfde, hoe gaan we deze voeden? Hoopgevend is dat we hieraan zo ontzettend veel kunnen doen. De basisscholen moeten heel andere keuzes maken. Die willen straks terug naar de pre-corona situatie (maar dan beter). Een fysieke school is onvervangbaar, dat is nu al de les van deze corona crisis. De kinderopvang is ook onvervangbaar, gelukkig zijn we weer open.

Maar terug naar het oude is voor niemand zaligmakend, de lessen die we nu geleerd hebben moeten worden meegenomen om de verschillen tussen kinderen straks kleiner te kunnen laten zijn. Ook nu blijkt onder druk een heleboel te kunnen en blijken we heel snel te willen en kunnen veranderen. Maar de verschillen tussen scholen, met leerlingen met een vergelijkbare achtergrond, is groter geworden door de manier waarop met deze crisis is omgegaan. Waar je naar school gaat maakt dus verschrikkelijk veel uit. Die conclusie zou het onderwijs op zijn grondvesten moeten doen schudden. Als branche kinderopvang kunnen we er wel zorgen dat de basiskansen van de nieuwe lichting kinderen straks groter zijn. Door met elkaar te werken aan de basis van de ontwikkeling van ieder kind. Eigenlijk draaien we dan als branche om en gaan we werken van ‘ik, hier, nu’ naar ‘zij, straks, daar’.

‘De verschillen tussen scholen, met leerlingen met een vergelijkbare achtergrond, is groter geworden door de manier waarop met deze crisis is omgegaan’

Hoe goed zou het zijn als we nu het ‘nieuwe leren, zij, straks daar’ voor de kinderopvang als slogan zouden gaan gebruiken. Als branche te zorgen dat de kinderen die nu op de opvang zitten straks een voorsprong hebben omdat de basis tijdens de corona tijd, de reflectie en keuzes die we daardoor maken zo waanzinnig goed bleken te zijn.

Het ‘nieuwe leren, zij straks daar’ zie ik niet als toverwoord, het is wel beter voor het kind en kostentechnisch neutraal. Pedagogisch investeren in een kind is de slimste en belangrijkste investering voor de samenleving. Bij het ‘nieuwe leren’ maak je hier voldoende tijd voor vrij en ben je continu bezig met de inrichting hiervan. Je werkt aan de basis van de liefdevolle manier van weten wat een kind nodig heeft om zich te kunnen ontwikkelen. Als de overheid nou de volledige zorg zou dragen voor het informeren van de ouders met kleine kinderen over de ‘technische regels en afspraken’, zou je dan als organisatie veel meer tijd overhouden om aan de basis te blijven werken en weet je dan zeker dat je de basis niet vergeet?

Als er ineens iets ernstigs gebeurt waardoor de zekerheden en verworvenheden wegvallen, voelt het als een crisis. Zodra we echter accepteren dat het verleden niet meer terugkomt zoals we gewend zijn, zijn we van deze ballast bevrijd en kunnen we aan de toekomst gaan werken. En vanaf dat moment is het geen crisis meer.

‘Het is nu de tijd om onze energie nog meer te richten op de toekomst van onze kinderen. Dan maak je van een tegenslag een kans’

Nu gebeurt het, we zitten er middenin. Een crisis is inderdaad keihard werken. We hebben voor de helft niet door hoeveel chaos we zelf creëren in deze tijd. En juist nu merken we dat, door naar de kinderen te blijven kijken en te leren van de capaciteit die zij hebben om hier intelligent mee om te gaan. Iedere ontwikkeling of nieuwe gebeurtenis die zich aandient bij een kind, daagt een kind uit om te leren, niet bang te zijn en door te zetten. Het is het moment om als branche onderscheidend te zijn in de vorm van zelfvertrouwen. Is dit het nieuwe leren? Het vertrouwen dat we er voor de basis van ieder kind zijn, voor elkaar zorgen. Het is nu dus inderdaad de tijd om onze energie nog meer te richten op de toekomst van onze kinderen. Dan maak je van een tegenslag een kans. Deze situatie waar we nu inzitten is een enorme oefening in reflectie. Deze reflectie helpt ons om betere keuzes te maken. Een totale reset van de samenleving. Ik hoop dat deze gaat leiden tot een nog betere basis voor jonge kinderen. En dat deze tijd en de betere keuzes die we maken, een waanzinnig positief effect heeft op de prestaties van de dan 15-jarige.

Tot slot is het goed om elkaar op het hart drukken dat alles wat ons fundament laat schudden een wake-up call is om een nieuwe kwaliteit en een nieuwe staat van bewustzijn te ontwikkelen. Zodat het de volgende generatie (‘zij, straks daar’) helpt om succesvol mee te kunnen veranderen en groeien als individu binnen de maatschappij. Dat is precies waar de basis van de ontwikkeling van ieder kind over gaat, laten we dat niet vergeten!

Eugenie Suer
Eugenie Suer is auteur van het boek ZO-opvoeden. Daarnaast is zij adviseur en bedenker van ZO-opvoeden en ZO-leven. Zij was 20 jaar eigenaar van kinderopvangorganisatie KinderVilla. Was voorzitter van Stichting KIND i.s.m. Kohnstamm instituut en is pedagoog.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.