
In 2014 ging de tijdelijke subsidieregeling Taal- en interactievaardigheden kinderopvang’ van start. De regeling, die wordt uitgevoerd door het Agentschap SZW, loopt tot eind 2018. Stichting BKK is verantwoordelijk voor de monitoring van de uitvoeringspraktijk.
Voortgangsverslag
Deze tweede tussentijdse rapportage, die met ondersteuning van Bureau Bartels tot stand is gekomen, betreft een voortgangsverslag. De subsidieregeling kent vier tijdvakken waarvan er nu twee verstreken zijn. In de rapportage over het tweede tijdvak zijn ook vergelijkingen met het eerste opgenomen.
Medewerkers peuterspeelzalen
Het gesubsidieerde bedrag dat met deze tweede tranche gemoeid was betrof 3,4 miljoen euro, iets meer dan het eerste tijdvak. Nieuw was dat ook medewerkers van peuterspeelzalen en vve geschoolde professionals onder de regeling vielen.
Conclusies
De pm’ers beoordeelden de trainingen in het tweede tijdvak over het algemeen positiever dan in het eerste, zonder dat de trainingen tussentijds inhoudelijk zijn gewijzigd. Net als in het vorige tijdvak hebben pedagogisch medewerkers vooral interne drijfveren om aan de training deel te nemen (zoals nieuwe dingen willen leren, belangrijk voor hun werk, training is interessant). Bij de helft speelt ook mee dat ze met deelname aan de training de indruk willen geven een goede pedagogisch medewerker te zijn. Vier op de tien pedagogisch medewerkers voelen zich in zekere zin ook verplicht om aan de training deel te nemen.
Motivatie
Een opvallend verschil met de eerste tranche is dat de motivatie van de deelnemende pedagogisch medewerkers gedurende de training veel beter op peil bleef. In de vorige monitor was het aandeel deelnemers waarbij de motivatie gedurende de training afnam bij TINK-deelnemers twee maal zo groot als bij Oog voor Interactiedeelnemers. In de monitor van de tweede tranche was dit verschil ‘weggewerkt’.
Dagopvang
De interne trainers uit de tweede tranche blijken nagenoeg allemaal afkomstig uit de dagopvang, nauwelijks uit de gastouderopvang. Onder de respondenten (de interne trainers die een vragenlijst voor de monitoring invulden) zijn trainers uit de bso geheel afwezig.