
De Algemene Onderwijsbond meldt dat Dekker geen reden ziet om de bezuiniging bij te stellen, omdat het besluit is gebaseerd op de ontwikkeling van leerlingaantallen. Dekker: ‘Het aantal basisschoolkinderen is 7 procent gedaald. Het budget voor onderwijsachterstanden daalt in 2017 met 2,8 procent. Dat is niet onredelijk.’ De bezuiniging is daarnaast gebaseerd op het opleidingsniveau van ouders, wat gestegen is.
Kamer fel tegen
Vrijwel de hele Tweede Kamer is fel tegen de bezuiniging, bleek tijdens het debat. ‘Dit kan natuurlijk niet, alle kinderen verdienen de beste start in het onderwijs. Er moet juist geïnvesteerd worden in kwetsbare kinderen’, zei PvdA-Kamerlid Yücel. Volgens de SP moeten in Rotterdam 65 voorschoolse opvangplekken worden gesloten, en zou de bezuiniging in Amsterdam leiden tot ‘segregatie tussen arm en rijk’. En volgens D66-Kamerlid van Meenen kijkt OCW niet naar de behoefte van kinderen, maar naar het budget dat verdeeld moet worden. ‘Dat is niet de goede manier.’
Opleidingsniveau ouders
Kamerlid Yücel vroeg Dekker eind vorig jaar al om het achterstandsgeld van gemeenten te verdelen op meer criteria dan alleen opleidingsniveau. Er moet ook gekeken worden naar inkomen, afkomst en de wijk waarin een gezin woont. Haar motie werd destijds aangenomen, en samen met het CBS onderzoekt de staatssecretaris dit jaar of deze kenmerken inderdaad een rol kunnen spelen bij het bepalen van het bedrag aan achterstandsgeld. Deze nieuwe gewichtenregeling moet in 2018 ingaan. De resultaten van het onderzoek wil hij dit najaar met De Kamer delen.
Voorafgaand aan het debat stuurden wethouders van een aantal grote steden de Tweede Kamer een brief, waarin ze opriepen niet in te stemmen met de bezuiniging. De VNG, PO-raad, Brancheorganisatie Kinderopvang en MOgroep stuurden de Kamer een soortgelijke brief. Lees meer