‘De sector heeft tijd gekregen om nieuw personeel te werven of personeel om te scholen. Ik zie geen reden om de aangepaste kwaliteitseisen verder uit te stellen’, vindt Tamara van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken. Zij vindt het personeelstekort dat met deze maatregel gepaard gaat geen verantwoordelijkheid van de overheid. ‘Op een krappe arbeidsmarkt zullen werkgevers harder hun best moeten doen om voldoende kwalitatief personeel aan te trekken, ook in de kinderopvangsector. In de kinderopvangsector, een commerciële markt, zijn de werkgevers hiervoor zelf aan zet.’

ROA-rapport

Haar antwoorden leiden niet alleen bij de Brancheorganisatie, maar ook op sociale media tot verbazing. Heidy Knol, voorzitter van de Brancheorganisatie: ‘We zijn verbaasd over het niveau van de antwoorden van de staatssecretaris. De staatssecretaris verwijst naar een rapport van de ROA waaruit zou blijken dat er op termijn geen knelpunten worden voorzien bij de personeelsvoorziening voor medewerkers in de kinderopvang. Maar in dat rapport wordt niets over kinderopvang geschreven, alleen over de pedagogische sector in algemene zin, waaronder bijvoorbeeld het brede onderwijsveld en de sport.’

Actieplan Arbeidsmarkt

Vanaf 1 januari 2019 zijn er 2500 extra beroepskrachten nodig omdat er vanaf dan extra pedagogisch medewerkers voor baby’s moeten worden ingezet.  Maar veel organisaties hebben nu al te maken met onvervulde vacatures. In Amsterdam is er om die reden, in samenwerking met de gemeente, een actieplan arbeidsmarkt opgesteld. De stad verwacht niet alleen een personeelstekort op babygroepen, maar ook in de bso. Dat staat haaks op de oplossing die staatssecretaris Van Ark aandraagt in haar brief. Zij stelt dat er door de ruimere bkr in bso’s vanaf 2019 personeel overblijft dat dan kan worden ingezet in de babyopvang.

Tekort op de bso

Knol: ‘Maar op de bso is al een tekort. Wellicht gaat de bkr-maatregel voor bso’s (minder beroepskrachten voor 7+’ers) extra kinderen per medewerker opleveren (als je al de kinderen en de vierkante meters hebt), maar er blijven geen pedagogisch medewerkers over. En al zou dat zo zijn, dan verdwijnen deze zonder meer naar alle openstaande bso-vacatures en kan je ze dus niet inzetten voor de dagopvang.’

Uitstel bkr-maatregel

Het stoort de Brancheorganisatie ook dat Van Ark stelt dat de bkr-maatregel een jaar uitgesteld zou zijn om kinderopvangorganisaties de tijd te geven om mensen te werven. Daar lag echter een heel andere reden aan ten grondslag: namelijk dat zowel de branche als het ministerie wilde uitrekenen wat exact de financiële gevolgen zouden zijn van deze maatregel voor kinderopvangorganisaties.

Dichtgeregeld

Dat staatssecretaris Van Ark stelt dat de kinderopvang als commerciële markt zelf verantwoordelijk is voor het personeelsbeleid, stuit ook buiten de BK op kritiek. Heidy Knol: ‘Dat kan dan wel zo zijn, maar we zijn als sector meer dichtgeregeld dan menig publieke sector en lijken steeds minder eigen regelruimte te hebben als ondernemers. Dus: wel de lasten en niet de lusten?’

Proces nog niet afgerond

Bij Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang (BMK) blijft het stil na de uitlatingen van de staatssecretaris. De woordvoerder: ‘Er komt op dit moment geen reactie op het besluit van de staatssecretaris omdat het proces nog niet is afgerond. Naar aanleiding van het rapport van Bureau Buitenhek zijn er vragen gesteld door Kamerleden. Die gaan nog beantwoord worden.’ BMK houdt vast aan het advies dat er verder geïnvesteerd moet worden in kinderopvangtoeslag om de kinderopvang betaalbaar te houden. Pleiten voor uitstel van de bkr-maatregel gaat BMK een stap te ver omdat zij graag samen willen optrekken met vakbonden die juist tegen een uitstel van de bkr-maatregel zijn.

Tamara van Ark antwoordde op Kamervragen van Tweede Kamerlid Chantal Nijkerken-de Haan (VVD), naar aanleiding van berichtgeving over het ABN AMRO rapport ‘War for talent’ ontspruit op de kinderopvang, dat op 8 mei 2018 verscheen. Lees hier onze samenvatting van deze antwoorden