Vandaag draait het om haar. Zorg voor een flinke partij wol in allerlei natuurlijke kleuren: roodbruin voor de roodharige
kinderen, ecru of gebleekte katoen voor de blondjes en donkerbruin en zwart voor de donkerharigen. En ook donkere krulwol voor allochtone kinderen en grijs voor een oudere pedagogisch medewerker. Hoe dikker de wol, hoe beter. Knip de draadjes allemaal op zo’n twintig centimeter lengte. Laat de kinderen in een spiegel goed naar hun eigen haarkleur kijken. Ben je blond? Of blond met een klein beetje rood erdoor? Je hoeft je natuurlijk niet tot één kleur te beperken. Iedereen mag zelf kiezen. Geef elk kind een ‘scalp’, een rond stuk karton van vijftien centimeter doorsnee, liefst zachtroze of zachtbruin van kleur, en een dikke naald met een groot oog. De draadjes worden door de scalp geprikt en krijgen aan één kant een knoopje. Trek nu het haar zover mogelijk uit de scalp, aan de kant waar het knoopje niet zit. Als de hele pruik is gemaakt, kun je hem nog op lengte knippen. Met een koordje aan weerszijden blijft hij mooi op het hoofd zitten. Een variant hierop: maak een pruik met fantasiekleuren: blauw, paars, knalroze.
Home Wat voor haar heb jij?