(Alle leeftijden) Binnen
Het is koud en regenachtig buiten? Je kunt het verkeersplein ook prima binnen maken. Een gymzaal is ideaal. Met schilderstape zet je wegen en parkeerplaatsen af. Lege dozen kunnen dienen als huizen en potplanten als bomen.
(2 tot 4 jaar) Eenvoudig
Voor de jongste kinderen is een eenvoudig plein met wegen en kruispunten al een uitdaging om netjes door te navigeren. Ze oefenen met rustig rijden, niet tegen elkaar aanrijden, tussen de lijntjes rijden en geen bochten afsnijden. Je kunt daarbij eenvoudige regels hanteren, maar houd het vooral heel simpel. Op de kruispunten fungeren kinderen met bordjes rood, oranje en groen als verkeerslicht. Bij groen mag je doorrijden, bij oranje en rood stop je.
(4 tot 6 jaar) Rollen
Voor kinderen van de bso-leeftijd kun je het een tandje complexer maken. Verdeel de rollen van de verkeersdeelnemers: voetganger, fietser, automobilist, et cetera. Het kan ook een beetje afhangen van welke speelgoedmaterialen je beschikbaar hebt. Zijn er loopfietsjes of karretjes die de kinderen kunnen voortduwen en trekken? Leer de kinderen eenvoudige regels: wie van rechts komt gaat voor en bij een verkeerslicht moet je voor oranje en rood stoppen. Om conflicten te voorkomen leer je de kinderen bovendien: wees aardig in het verkeer. Voorrang krijg je, maar mag je niet zomaar nemen, want je wilt immers geen botsing. Mochten de kinderen wel botsen, wat zeker zal voorkomen, dan is de pedagogisch medewerker of een ouder kind de politieagent. De agent luistert rustig naar wat er is gebeurd, bestraft niet, maar geeft advies en het verkeer kan weer verder.
(6 tot 8 jaar) Verkeersborden
De oudste kinderen krijgen extra uitdagingen: verkeersborden. Knutsel met elkaar de borden in elkaar: een stopbord, een voorrangsbord, een parkeerbord, enzovoort. Kies drie of vier veel voorkomende borden en ga daarmee oefenen. Je kunt ook het plein wat ingewikkelder maken door uit te breiden met fietspaden en voetpaden. Enkele kinderen spelen politieagent en houden in de gaten of iedereen op het juiste deel van de weg rijdt. De politieagenten zijn er om vriendelijk te adviseren en te bemiddelen, niet om conflicten juist uit te lokken.
(4 tot 8 jaar) Ongeluk
Oeps, twee kinderen hebben per ongeluk tegen elkaar aangereden. Speel alsof er een ongeluk gebeurt. Wat moet je nu doen? Een van de kinderen heeft een nep-mobiele telefoon en draait 112. Wat moet je dan zeggen? Je kunt dit van tevoren oefenen in de kring. Wat is het alarmnummer? Wat is er gebeurd, is er iemand gewond, waar is het gebeurd, welke hulp heb je nodig?