(2 tot 4 jaar) Helpen met opruimen
Jonge kinderen vinden het leuk om dingen ‘net als mama’ of ‘net als de leidster’ te doen. Daarom zul je ook weinig moeite hebben om hen enthousiast te maken voor klusjes. Peuters kunnen helpen met speelgoed opruimen, zelf hun jas en schoenen bij de kapstok ophangen en neerzetten of helpen bij het uitruimen van de vaatwasser. De peuter mag bijvoorbeeld de plastic bekers doen, de pedagogisch medewerker doet de aardewerk bordjes. Kinderen vinden het ook leuk om spullen te proberen die zij de volwassene zien gebruiken. Denk aan afstoffen met een doekje of een plumeau of vegen met een bezem.
Tip: extra beweging
Beweeg extra tijdens de klusjes met bijvoorbeeld ‘grote stappen, kleine stappen’. Als de kinderen hun jas naar de gang brengen doen ze steeds een paar hele grote stappen en vervolgens hele kleine stapjes. Ook bij het afstoffen kunnen de kinderen grote en kleine stappen nemen. Doe het voor, zodat de kinderen snappen wat je bedoelt.
(4 tot 5 jaar) Speelgoed soppen
Kleuters kunnen nog een stapje meer: de vaatwasser niet alleen uitruimen, maar ook inruimen en tafel dekken en afruimen. Het gaat er niet om dat de vaatwasser optimaal wordt ingeruimd, maar wel dat ze hun tijd nemen om te kijken waar die beker en dat bordje passen. Kleuters vinden het ook heel stoer om de babybedjes na het slapen van de baby’s netjes te maken. Het maakt dat zij zich véél groter voelen dan de baby’s. Ook leuk is om op een warme, zonnige dag lekker buiten speelgoed te gaan soppen met een emmer met water.
Tip: extra beweging
Bij het tafeldekken of waterwasser inruimen kunnen de kinderen bijvoorbeeld na elk kopje of bordje een klein dansje maken of een rondje draaien. Muziek helpt hier uiteraard bij.
(6 tot 8 jaar) Vaste taken
De grotere bso-kinderen kunnen best veel taken. Helpen met de voorbereiding van de lunch, de volle vuilniszak in de container gooien, tafels, stoelen en het keukenblok nat afnemen, stofzuigen, ramen wassen en dweilen. Zet hen niet alleen ad hoc in bij de klusjes, maar doe dit met regelmaat en geef hen verantwoordelijkheid en inspraak. De oudste kinderen kunnen een rooster maken en nadenken over zaken als: hoe vaak moet je de ramen zemen of de vloer dweilen. En zou je minder verpakkingen kunnen gebruiken, zodat er ook minder afval ontstaat? Bij het voorbereiden van de lunch kunnen de kinderen meedenken over de samenstelling van de maaltijd. Wat gaat er allemaal in een lekkere, gezonde smoothie en welke soep zouden de kinderen willen koken?
Tip: extra beweging
Alles wordt sport als je er maar bij beweegt. Gooi er een schepje ‘hoog-laag’ op. Dus alle klusjes worden gedaan door eerst helemaal door je knieën te gaan en je dan weer op te richten. Als je de vuilniszak naar buiten brengt, maak je bij elke stap een diepe kniebeweging. Zet een grote stap voorwaarts en buig je achterste knie richting de grond. Als je de ramen zeemt, doe je dat ook weer door heel diep door je knieën te gaan en je dan helemaal uit te strekken. De klussen kosten wel een beetje extra tijd, maar het maakt het lichamelijk een stuk intensiever en er wordt ook flink bij gelachen.
