(2 tot 4 jaar) Zeilen in een plas

Ga zeilen in een plas. Het bootje kun je maken van een yoghurt- of sappak waar je één kant uit knipt. Ook een platte lotionfles werkt prima. Plak er een halve kurk op, prik daar een houten prikker in en maak een zeiltje van wit karton of plastic zak. Met verf, kleurige dopjes en zilverpapier kunnen de kinderen hun schip verfraaien. Omdat je gaat zeilen in een regenplas, hoeft het schip niet echt zeewaardig te zijn.

(4 tot 6 jaar) Laat maar stromen

Echt een flinke hoosbui? Dan is het tijd om snel de regenjassen aan te doen en naar buiten te gaan. Neem een flinke partij plastic bakken, trechters, goten, buizen en plastic mee. Laat de kinderen hun eigen rivierenland maken. Een heuvel of bielzenbak helpt een handje, want daar kun je handig de bakken schuin opzetten. Laat de kinderen nadenken over hoe ze de stromende regen kunnen opvangen en via goten en buizen laten stromen. Misschien ontstaat er zelfs wel een mini-waterval. Stuur niet te veel, laat de kinderen het zelf ontdekken, maar je kunt ter inspiratie wel wat Youtube filmpjes van natuurlijke en onnatuurlijke waterwerken laten zien (dam, waterval, aquaduct, et cetera).

(Alle leeftijden) Voetballen onder een zeil

Je gezicht wordt nat, maar dat maakt niet uit. Dit spel gaat om samenwerking. Verdeel de kinderen in twee groepen. Elke groep krijgt een groot stuk stevig plastic. Doorzichtig plastic is het makkelijkst. Maak gaten in het zeil waar alleen een hoofd door past. Je kunt met brede tape (verpakkingstape) de halsopeningen eventueel verstevigen. Maak twee doelen en geef elk team een bal. De kinderen proberen al dribbelend en samenspelend de bal in het doel te krijgen. Het is ook mogelijk met zwart plastic, maar wel een stuk moeilijker.

(6 tot 8 jaar) Paraplutikkertje

Zorg voor een flinke stapel paraplu’s. Sommige kinderen delen samen een paraplu en sommigen hebben alleen een plu. Ze verspreiden zich over het terrein. Eén kind heeft geen paraplu en is de tikker. De kinderen mogen nu vrij bewegen, maar kunnen alleen getikt worden als ze niet onder een paraplu staan. Als je ‘droog’ staat, ben je veilig. De kinderen rennen natuurlijk van paraplu naar paraplu, maar er mogen nooit meer dan twee kinderen onder één paraplu staan. Wie wordt getikt, is nu de ‘pineut’ en moet gaan tikken in de regen.

(8 tot 10) Regenmeter maken

Een regenmeter is niet moeilijk om te maken. Een uitdaging voor de oudste kinderen. Je neemt een doorzichtige plastic waterfles en knipt daar de hals en mond van af. Zet dan de millimeters uit met watervaste viltstift. Om het precies te doen, kunnen de kinderen een maatbeker gebruiken en 100 milliliter water afmeten. Dit gieten ze in de afgeknipte fles en vervolgens zetten ze een streep bij de oppervlakte. Ze doen er steeds 100 milliliter bij en zetten weer een streepje op de regenmeter. Bevestig de plastic fles aan een paal of stok, houtlijm is bijvoorbeeld zeer sterk. De paal of stok wordt in de grond gegraven en stevig aangestampt. Houd vervolgens bij hoeveel het regent elke week en elke maand. Eens in de maand leeg je hem.