De ondernemers maken deel uit van een groep die zich veel zorgen maakt over de IKK-kwaliteitsmaatregelen. Vooral de bkr-maatregel voor de babygroep wordt als onhaalbaar gezien. In een eerder artikel op Kinderopvangtotaal legde Erik Vlutters, directeur van kinderopvang De Kleine Wereld in Amsterdam, uit waarom. ‘Wij zijn bang dat de voorgenomen maatregel leidt tot minder rust op de groepen, hogere kosten voor aanbieders en als gevolg daarvan duurdere en minder toegankelijke kinderopvang voor ouders.’

Interventie door de Kamer

De handtekeningenactie leverde een kleine tienduizend handtekeningen op. De petitie werd dinsdag 3 juli aan Tweede Kamerleden aangeboden. Vlutters hoopt dat dit uiteindelijk leidt tot interventie door de Kamer over de bkr-maatregel. Minder verwachtingen heeft hij van een effect van het gesprek dat hij zelf voerde met staatssecretaris Van Ark. Vlutters werd vergezeld door Inge van Mondfrans, eigenaar van Stichting Kinderopvang BELhamel en Jelmer Kruyt, directeur bij Koningskinderen en voormalig bestuurslid van de Brancheorganisatie Kinderopvang.

IKK-akkoord

Laatstgenoemde was één van de personen die als toenmalig bestuurslid van de Brancheorganisatie Kinderopvang, zijn handtekening zette onder het IKK-akkoord. Regelmatig laat het ministerie bij kritiek weten dat het de sector zelf was die het IKK-akkoord heeft opgesteld en ondertekend. Jelmer Kruyt kon laten zien dat er in het akkoord ook in stond dat regels pas ingevoerd zouden worden ze haalbaar waren voor de sector. Aan die afspraak wordt, zo vinden de ondernemers, nu volledig voorbij gegaan.

Moeizaam overleg ministerie

‘Staatssecretaris van Ark stelde zich belangstellend op tijdens het gesprek’, vertelt Vlutters. ‘Maar gezien het huidige verloop van afspraken tussen sector en ministerie heb ik er een hard hoofd in dat ze op regelgeving terug gaat komen’. Vlutters doelt onder andere op het moeizame overleg tussen sector en ministerie over het aanpassen van regels voor de buitenruimte en het vaste gezichtencriterium. ‘We hebben helaas te maken met een ministerie dat heel slecht luistert naar de redelijke bezwaren die er vanuit de sector komen’, aldus Vlutters.

Kleine vestigingen

In het gesprek met Van Ark kwamen vier belangrijke zorgpunten aan de orde. Vlutters had voor zijn organisatie doorberekend wat de nieuwe wet- en regelgeving en de cao betekent aan kostenstijging. Daaruit bleek niet alleen dat er veel extra beroepskrachten nodig zijn, maar ook dat kleine vestigingen veel harder getroffen worden dan de grote vestigingen. ‘Ik heb de staatssecretaris gevraagd hoe ik zulke grote kostenverschillen naar ouders moet doorberekenen’, vertelt Vlutters.

Ouders gaan erop achteruit

Verder lieten de ondernemers zien dat de kosten toch echt veel harder stijgen dan tot nu toe wordt beweerd. En dat die rekening uiteindelijk gepresenteerd gaat worden aan ouders. Vlutters: ‘Het ministerie deelt jubelende berichten over dat ouders er op vooruit gaan volgend jaar, maar het merendeel van de organisaties hanteert hogere uurtarieven dat het fiscale maximum uurtarief. Ik heb aan de hand van mijn eigen cijfers aangetoond dat bij onze organisatie bijna alle inkomensgroepen er juist op achteruit gaan volgend jaar. ’

Overleg met BOinK

Het is precies de reden dat de initiatiefnemers van ‘Kom op voor Kinderopvang’ verbaasd zijn dat belangenorganisaties voor ouders zoals BOinK en Voor Werkende Ouders zich nog zo rustig houden. Volgende week gaan de bezorgde ondernemers met de partijen in gesprek. Vlutters: ‘Zij maakten ook deel uit van de partijen die er bij het ministerie op aandrong om een praktijkonderzoek naar het kosteneffect van de nieuwe bkr te starten. Dat het ministerie dit onderzoek zomaar terzijde heeft geschoven, moet bij deze organisaties toch ook tot verdere acties leiden?’

Ongelijk speelveld

Als Kamervragen de staatssecretaris niet doen inzien dat de gevolgen van dit beleid desastreus uit kunnen pakken, dan wordt zij, zo denkt Vlutters, dit najaar wel op de feiten gedrukt. ‘Dan zullen kinderopvangorganisaties hun uurtarieven voor 2019 naar buiten brengen. Er zal een ongelijk speelveld ontstaan waarbij sommige aanbieders hun tarieven verder moeten verhogen om uit de kosten te komen. Als er dan nog geen ophef ontstaat, dan gebeurt dat wel begin 2019 als ouders zien dat de kinderopvang niet (zoals beloofd) goedkoper, maar juist duurder voor ze wordt.’

Brancheorganisatie Kinderopvang schort per direct al het overleg met het ministerie van Sociale Zaken op uit onvrede over de ontwikkelingen rond de bkr. Een uitzonderlijk besluit, maar één die onvermijdelijk was, legt voorzitter Felix Rottenberg uit. ‘Dit is echt een noodkreet.’ Lees meer