De plannen en doelen zijn uiteengezet in een Sectorplan. Met financiële middelen vanuit de overheid moet het mogelijk worden om bijvoorbeeld scholingstrajecten te ontwikkelen voor medewerkers die aan de slag willen in een andere branche.
Voorlichting en scholing
Andere concrete voorstellen zijn:
- Voorlichting en bewustwording bij werknemers op het gebied van duurzame inzetbaarheid en mobiliteit
- Groepsgewijze en individuele mobiliteitstrajecten
- Scholing op het gebied van vakinhoudelijke competenties en innovatieve kracht
- Omscholingstrajecten naar werk in andere branches
- Support bij het vinden van werk in de kinderopvang in Duitsland
- Regionale experimenten gericht op ketenvorming en samenwerking met het beroepsonderwijs
- Voortzetting van de ondersteuning van de regionale samenwerking tussen kinderopvang en het beroepsonderwijs
- Onderzoek naar regionale arbeidsmarktontwikkeling.
Zware periode
Het Rijk heeft geld beschikbaar om sectoren door de zware periode heen te loodsen. Of de kinderopvangbranche één van de sectoren wordt waar de mobiliteit in 2014 en 2015 wordt gestimuleerd, is nog niet bekend. Volgens de Branchevereniging telt het aantal branches dat om financiële steun heeft gevraagd nu al 20 pagina’s. De kinderopvangbranche wordt door het CBS wel genoemd als één van de weinige branches waar het aantal vacatures niet is gestegen de laatste tijd. Op basis daarvan zou je verwachten dat de kinderopvangbranche een kans maakt op financiële steun.
FCB
Als het sectorplan van de sociale partners wordt aangenomen, betaalt het Rijk de helft van de activiteiten. De andere helft wordt betaald door de deelnemende kinderopvangorganisaties en de sociale partners. Het FCB zal in het project een voortrekkersrol krijgen. Binnenkort, in ieder geval dit jaar nog, wordt bekend of het plan wordt goedgekeurd.
Banen en opleidingen
Het aantal medewerkers in de kinderopvang nam in 2012 fors af met 8.000 mensen. Naar verwachting verliezen in 2013 nog eens 11.000 medewerkers hun baan. De instroom in de opleiding pedagogisch medewerker kinderopvang niveau 3 is in 2012 met 40 procent afgenomen. Maar toch stromen er nog altijd meer mensen uit de opleidingen dan er banen zijn.
Waarom geen begeleiding naar een erkende kleinschalige vorm van kinderopvang op minimaal niveau 3. Een vorm tussen gastouderopvang en kinderopvang in?