Duidelijk is dat een basisvoorziening voor alle peuters, waarover begin dit jaar werd gespeculeerd, niet gerealiseerd kan worden met dit kabinet. Toch vormt de integratie van peuterspeelzaalwerk met kinderopvang een eerste stap naar een nieuw kinderopvangstelsel.
Peuterspeelzaalwerk
Het onderscheid tussen peuterspeelzalen voor doelgroepkinderen en kinderopvang voor kinderen van werkende ouders verdwijnt. Het peuterspeelzaalwerk komt volledig onder de wet Kinderopvang te vallen en moet voldoen aan dezelfde (kwaliteits)eisen als de kinderopvang. Werkende ouders die gebruikmaken van een peuterspeelzaal, kunnen dan ook kinderopvangtoeslag aanvragen. De koppeling tussen het aantal gewerkte uren van de minst werkende ouder en de hoogte van de kinderopvangtoeslag blijft in stand. Dat betekent dat kinderopvangtoeslag nog steeds alleen wordt uitgekeerd aan werkende ouders. Minister Asscher wil wel de kwaliteit van deze geïntegreerde kinderopvang verhogen.
Doelgroepkinderen
Voor doelgroepkinderen (20 procent van de kinderen in Nederland) wordt een uitzondering gemaakt. Zij krijgen recht op een plek in de kinderopvang, ook als hun ouders niet werken. Dit wordt gefinancierd vanuit VVE-gelden. Gemeenten hebben de regie over het verdelen van de VVE-gelden.
Kinderen van niet werkende ouders
De wens dat kinderopvang toegankelijk wordt voor alle kinderen, is nu nog niet uitgekomen. Er is nog altijd een groep kinderen (15 procent van alle kinderen) waarvan één van de twee of allebei de ouders niet werken en die ook geen achterstand hebben. Voor deze groep wordt, net als nu, geen kinderopvangtoeslag verstrekt. Wel willen VNG en gemeenten een aanbod doen om ook voor deze kinderen kinderopvang te realiseren. De financiering hiervan is nog niet geregeld en komende tijd zal hierover overleg worden gevoerd tussen de minister en de VNG.
Arbeidsmarktinstrument
Hoewel de eerste geruchten over ‘de plannen van minister Asscher’ een grotere verandering aankondigden, is de integratie van doelgroeppeuters op de peuterspeelzaal en kinderen van werkende ouders op de kinderopvang, een doorbraak naar de erkenning van kinderopvang als pedagogische meerwaarde in plaats van alleen als arbeidsmarktinstrument. Tijdens het evenement Kinderopvang Live werden de plannen van minister Asscher als sneak preview besproken. Onder andere BOinK-voorzitter Gjalt Jellesma en voorzitter van het Landelijk Steunpunt Brede Scholen spraken van ‘een in dit politieke klimaat maximaal haalbare verandering’. Coalitiegenoot VVD ziet kinderopvang namelijk alleen als arbeidsmarktinstrument. Daarom is het lastig om tijdens dit kabinet kinderopvang als basisvoorziening te realiseren.
Kwaliteitsverbetering
In de brief stelt Asscher het belang van een kwaliteitsverbetering in de kinderopvang aan de orde. De minister wil meer nadruk op de rol van kinderopvang als ontwikkelingsinstrument voor kinderen. Daarvoor wil hij de kwaliteit van de voorschoolse voorzieningen omhoog brengen. Hierover wil hij afspraken maken met branchepartijen over structurele scholing van pedagogisch medewerkers om kinderen te stimuleren in hun ontwikkeling. Een goede beheersing van de Nederlandse taal is daarvoor belangrijk. Ook wil het kabinet dat er een beter mix van mbo- en hbo-functies op de werkvloer komt.
Samenwerking onderwijs
Voorlopig komt er geen landelijke verplichting voor samenwerking tussen scholen en kinderopvang. De minister wil er wel voor zorgen dat de aansluiting verbeterd wordt. Hij noemt hierbij het gebruik van een kindvolgsysteem. Asscher wil geen blauwdruk neerleggen voor gemeentes, maar vindt dat gemeenten zelf, afhankelijk van hun situatie, kunnen bepalen welke samenwerking tussen opvang en onderwijs gewenst is. In grote steden als Rotterdam en Amsterdam, maar ook in veel plattelandsgemeenten nemen kinderopvang en onderwijs zelf al initiatief om samen te werken. Dit gaat vaak in nauwe samenwerking of onder regie van de gemeente.
Flexibele kinderopvang
Twee eerder bekend geworden maatregelen die minister Asscher neemt, is een aanpassing van het toezicht (Het Nieuwe Toezicht in de kinderopvang) en de wens om ouders een meer flexibel aanbod te presenteren. Voor het laatste verwacht hij veel initiatief van de kinderopvangbranche zelf. Zo denkt minister Asscher aan meer keuze in het aantal af te nemen uren per dag, meer flexibiliteit aan de randen van de dag en een ruimer aanbod van pakketten in- of exclusief feestdagen en vakanties. Als de branche zelf niet met voldoende flexibiliteit komt, overweegt hij wetgeving op dit gebied.
Reacties
Wij vroegen belangenbehartigers en branchegenoten om een reactie op de plannen naar een nieuw stelsel voor de kinderopvang. Lees hier de reacties van:
- Lex Staal, directeur van de Brancheorganisatie Kinderopvang
- Gjalt Jellesma, voorzitter van Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang (BOinK)
- Job van Velsen, projectleider Landelijk Steunpunt Brede Scholen
- Ton Biesta, voorzitter Landelijk Platform Peuterspeelzalen (LPP)
- Marike Vroom, hoofdredacteur Kinderopvang en Management Kinderopvang
Lees hier de brief van minister Asscher ‘Een betere basis voor peuters’>>
Ik denk nog minder kinderen naar de opvang en nog meer opvang door ongeschoolde oma, buurvrouw.
Daar sta je dan met je pedagogische opleiding, je baan over genomen met alle gevaar voor het kind die je maar kan bedenken.
Toch concurreren veel peuterspeelzalen met KDV’s en ook adverteren ze soms met VVE. KDV’s bieden ook steeds vaker halve dagen en flex opvang. Omdat peuterspeelzalen veel goedkoper opvang kunnen aanbieden (andere eisen aan arbeidskrachten) resulteerde dit in oneerlijke concurrentie. Mijns inzien bieden ze dus hetzelfde maar worden de KDV’s veel strenger beoordeeld.
Let wel meneer Asscher. Het is een peuterSPEELzaal. Waar peuters kunnen spelen met leeftijdgenoten. Waar zijn we hier over bezig. Een peuterspeelzaal gaat over 2 dagdelen per week. Een ochtend en een middag. Dit is niet te vergelijken met kinderopvang. Dit is puur om kinderen met elkaar te laten spelen. Waar hebben we het over. Een kind van 2,5 moet ineens gaan voldoen aan volwassenen. Laat een kind een kind zijn.
Gastouderopvang is geen stiefkindje, maar een volwaardige sector binnen de kinderopvang.
Het is belangrijk, dat er naar de effectiviteit van VVE wordt gekeken.
Deze effectiviteit is nog steeds niet aangetoond.
Daarom is het belangrijk, dat niet alleen de belangenbehartigers en branchegenoten naar hun mening wordt gevraagd, maar ook de vooraanstaande pedagogen.
Er wordt nu heel veel geld onnodig uitgegeven aan de VVE, hoe goed bedoeld ook.
Niet echt een einde aan de versnippering binnen de kinderopvang, want waar past het plaatje gastouderopvang? Gastouderopvang is nog altijd het stiefkindje. Minister Asscher wat zijn uw plannen met deze groep kinderen en ouders?
De minister verwacht dat dat werkende ouders niet (meer) zullen overstappen van kinderdagopvang naar peuterspeelzaal omdat ze voor beiden kinderopvangtoeslag krijgen. Dan zou het omgekeerde dus ook waar moeten zijn. Ouders kunnen makkelijk overstappen van peuterspeelzaal naar kinderdagverblijf omdat de kosten toch gelijk zijn. Dat zou mooi zijn. De veronderstelling van Asscher gaat echter voorbij aan het feit dat het aantal opvanguren per dagdeel in de peuterspeelzaal meestal minder is dan in een kinderdagverblijf. Bovendien wordt kennelijk verondersteld dat het uurtarief wat aanbieders in rekening brengen voor beide opvangvormen ook gelijk zal zijn. Net als met eerdere wijzigingen in de regels voor kinderopvangtoeslag zal pas in de praktijk blijken wat het effect is op het keuzegedrag van ouders. Mijn grootste vrees is dat de betaalbaarheid van beide vormen voor de laagste inkomens er niet beter op zal worden.