Wat kunnen we van andere landen leren als het gaat om kinderopvang en alles rondom ontwikkelingen en opvang van jonge kinderen? Die vraag kun je het best stellen aan Serv Vinders. Hij is al jaren de expert in reizen naar kinderdagverblijven in andere landen. En hij ontvangt al jaren buitenlandse gasten om hun onze kinderopvang te laten zien, om zo kennis en expertise uit te wisselen. Vinders is bestuurslid bij Childcare International. Hij is iedere maand in Berlijn waar hij adviseur is van een kinderopvangorganisatie en lid van de schoolconferentie van een basisschool. En hoewel hij eigenlijk al met pensioen zou kunnen zijn, is hij vanuit Childcare International de afgelopen drie jaar druk geweest met het Erasmus+-project ‘Social Inclusion, Education and Urban Policy for Young Children’. Samen met Yvette Vervoort, ook al een pleitbezorger van een internationale blik op kinderopvang.

Stedelijk perspectief

Het doel van dit Erasmus+-project, gefinancierd door de Europese Unie, is om te kijken hoe je vanuit een stedelijk perspectief sociale inclusie kunt bewerkstelligen. Zes steden deden mee aan het project. Allemaal groeiende steden met behoefte aan beleid op het gebied van inclusie. Het gaat om Berlijn, Kopenhagen, Gent, Ljubljana, Amsterdam en Rotterdam. Iedere zes maanden was een van de deelnemende steden de gastheer voor een bijeenkomst met bezoeken, workshops en thema’s afgestemd op de speciale expertise van iedere stad.

Vluchtelingenkinderen

Voor Serv Vinders was vooral leerzaam in het hele project dat inclusie zoveel gedaantes heeft. Iedere stad kende haar eigen problemen en eigen oplossingen. Op de vraag wat inclusie is, kwamen dus heel verschillende antwoorden. Vinders: ‘Waar het in Amsterdam gaat om majority of minorities, is in Ljubljana 98 procent Sloveens. Gent heeft veel Oost-Europeanen, arbeidsmigranten uit Roemenië en Bulgarije, die er tijdelijk zijn. Berlijn heeft 40.000 vluchtelingenkinderen. Iedere stad zoekt een manier om daarmee om te gaan. Zo heeft Gent fantastisch beleid waar het gaat om het betrekken van ouders, kinderen en de buurt. Scholen/kinderopvang hebben een brugfunctionaris in dienst. Alle ochtenden en middagen staat er een vast persoon bij de poort en geeft iedereen een hand; kinderen en ouders. Dat schept vertrouwen. De verdeling van achterstandsgroepen over de stad wordt in Gent afgedwongen. Iedere school/kinderopvang neemt verplicht dertig procent voor zijn rekening. Ook ouders uit deze groepen weten heel goed de goede organisaties voor kinderopvang te vinden.’

Leiderschap

In Berlijn betekent inclusie meer handen in de groep of de klas, vertelt Serv Vinders. ‘Voor kinderen met een niet-Duitse achtergrond of voor kinderen met een ontwikkelingsstoornis krijgt men formatie-uren extra. In Kopenhagen wordt erg ingezet op het van elkaar leren, op de positieve kant van diversiteit. Een stadsdeel krijgt daar zo’n 130 fte voor ondersteuning en uitwisseling van taal en cultuur. Ljubljana zet erg in op de hoge kwaliteit van leiderschap. Zonder goed leiderschap kun je nog zo’n goed kinderdagverblijf hebben, maar zakt de kwaliteit snel weg. Inclusie betekent er ook dat je iedereen binnenboord houdt. Het is hun eer te na om kinderen naar een gespecialiseerde opvang te laten gaan. Een kind dat binnen is blijft binnen onder hun verantwoordelijkheid.’

Serv Vinders houdt een lezing over dit onderwerp tijdens het Openingsevent Week van het Jonge Kind.