Altijd al werd vermoed dat buitenspelen bijziendheid bij kinderen kan voorkomen. Maar dit werd niet eerder wetenschappelijk aangetoond. Tot nu toe werd aan kinderen zelf gevraagd hoe vaak ze buiten spelen. ‘Bij dit onderzoek is voor het eerst in een experimentele setting het verband tussen buitenspelen en bijziendheid aangetoond’, vertelt Klaver in de Volkskrant.

Bril of contactlezen

Niet alleen in China, ook in Europa komt bijziendheid steeds vaker voor. Van de huidige generatie zestigers kampt ruim een kwart met bijziendheid. Bij de huidige generatie veertigers is dit al de helft. In China en andere delen van oost-Azië is het probleem nog groter. Daar moet 80 tot 90 procent van de jongeren een bril of contactlenzen.

Extra buitenactiviteiten

Er was, kortom, voldoende aanleiding voor een onderzoek naar bijziendheid en de invloed van buitenspelen. De Chinese wetenschappers roosterden in groep 1 van zes basisscholen in de stad Guangzou 40 minuten extra buitenactiviteiten in en moedigden ouders aan hun kinderen vaker buiten te laten spelen. Bij de controlescholen gebeurde dit niet. Na drie jaar was het aantal kinderen met bijziendheid in de klassen waar meer werd buitengespeeld 10 procent lager dan in de groep controlescholen.

Kinderen spelen het liefst buiten (85%). Driekwart van de kinderen speelt het liefst in het bos. Andere favorieten zijn de speeltuin (64%) en naar het water (47%). Lees meer >>

Dopamine

Caroline Klaver, bijziendheidspecialiste kan verklaren waarom buitenspelen goed is voor het zicht: ‘Kinderen focussen hun ogen vaker op voorwerpen in de verte waardoor de scherper blijven. Een andere mogelijkheid is de extra aanmaak van dopamine onder invloed van buitenlicht. Dat beschermt de oogbol tegen vervorming.’ Klaver zegt dat deze resultaten ook representatief zijn voor kinderen in Europa. ‘Nederlandse jonge kinderen zijn nu gemiddeld één uur per dag buiten. Dat is veel te weinig. Pas vanaf 15 uur per week ben je goed beschermd tegen bijziendheid’, zegt zij in de Volkskrant.