Liefdevol zet hij hem op tafel en wrijft er vol passie met zijn handjes over. Jammer dat die antenne niet mooi, strak rechtop blijft staan. Hij probeert hem wel recht te buigen maar elke keer klapt dat ding weer naar voren. Op de voorruit ontdekt hij een vlekje: beetje spuug op zijn vinger, even verwoed poetsen en zie daar de ruit is weer helder en fris(!!!).
Natuurlijk ga ik die mooie , grote, grijze auto ook eens van dichtbij bekijken. Misschien is auto een veel te gewoon woord en moet ik eigenlijk spreken van een Limousine. “Wat prachtig, Umeis” zeg ik. Hij kijkt mij intens gelukkig aan. Juf heeft wel degelijk verstand van auto’s. Dan bof je toch maar als peuter, die verzot is op die dingen!
‘Hij kijkt mij diep in de ogen op zoek naar ontzag’
“Hoe heet’ie, Umeis? Is dat een Mercedes?” Als blikken konden doden…. Ik donder meters diep en met donderend geraas van mijn voetstuk. Helemaal geen verstand van auto’s die juf…… “Dat is een Lamborghini,” onderwijst hij. Hierbij past een respectvolle stilte. Dat voel ik haarfijn aan. Ook Umeis doet er het zwijgen toe en streelt zijn Lamborghini.
“Zo mooi. Kan die hard?” “Honderdduizend.”Hij kijkt mij diep in de ogen op zoek naar ontzag. “Poeh, dat is super hard, joh!¨Hij zucht en sluit even zijn ogen.
“Heeft pappa ook een Lamborghini?” Ik stel graag domme vragen. Spijtig schudt hij zijn hoofd. “Nee, een Citroen…..” fluistert hij. Die had mijn vader ook. Altijd startproblemen. Maar de antenne fier rechtop. Dat dan weer wel.
Meer lezen van de verhalen van Marion? Lees haar vorige blog ‘Water’ >>