In een aantal gemeenten is dat met het nieuwe onderwijsachterstanden beleid al aardig gelukt voor alle peuters. Echter, hierbij wordt wel een inkomensafhankelijke bijdrage in rekening gebracht. Bij gratis kinderopvang gaan vooral de hoogste inkomens het meeste profiteren en kosten net deze plekken de overheid het meeste geld…
Nu bereikt de kinderopvang grofweg ongeveer 40% van alle kinderen. Een kind komt 2-3 dagdelen per week. Als we naar een gratis aanbod gaan van 4 dagdelen, dan betekent dit dat het aantal opvangplekken op z’n minst moet verdubbelen. Los van het feit dat dit een hele dure operatie is, kun je je ook afvragen welke organisaties in staat zijn om dit te realiseren?
‘Ik pleit voor lokaal maatwerk, waarbij niet het systeem maar het kind centraal moet staan’
We zien nu al in de markt dat grote opvangorganisaties de kleintjes (vooral peuterspeelzalen in kleine gemeenten) overnemen. Ook verdwijnen al veel gastouders. Wat betekent dit voor de differentiatie van het aanbod voor ouders? Gaat de kwaliteit van de opvang hiermee vooruit? Ouders kunnen in ieder geval uit minder aanbieders kiezen en soms verdwijnt hierdoor het aanbod dicht bij huis.
Ik sta overigens wel achter de gedachte om zoveel mogelijk kinderen te bereiken en segregatie tegen te gaan. Liefst zo jong mogelijk. Ik zie hierbij goede mogelijkheden om in samenwerking met de verschillende opvangaanbieders (groot en klein) de kwaliteit en de kwantiteit te verhogen, ook in relatie tot het onderwijs. Maar dat moet wel passen bij de vraag die ouders hebben als het om opvang gaat. Ik pleit voor lokaal maatwerk in samenspraak met de gemeente, waarbij niet het systeem maar het kind centraal moet staan.
Terwijl iedereen in onderwijs en kinderopvang druk doende is met de heropening, volgde ik met 500 collega’s een interessant webinar over het Jonge kind in beeld. Tijdens dit webinar stonden 2 onderwerpen centraal: Onderwijsachterstandenbeleid Parkstad en de Talentacademie. Lees de vorige blog van Jolanda