Kleuren hebben ook een temperatuur. Leg de kinderen de verschillen uit aan de hand van plaatjes. Vlammen van een kampvuur zijn rood, geel en oranje; vuur is warm. Water en ijs zijn blauw, grijs en wit; ze voelen koud aan. Dit helpt de kinderen om kleuren te verbinden aan warmte/koude. Haal wat kartonnen kleurenstalen bij de verfwinkel. Welke tinten zijn warm (geel, rood, oranje, felpaars) en welke juist koud (blauw, grijs, zwart, wit)?
Bestempel één wand tot de ‘warme muur’ en behang hem samen met de kinderen met warme kleuren. Iedereen mag meehelpen zoeken naar warme kleuren. Een rode doek, een gele beer, een oranje tekening, een plaatje van vuur in een tijdschrift. Een andere wand wordt de ‘koude muur’ en staat in het teken van blauw, zwart, wit en groen. Een grijs stuk karton, blauwe haarstrikjes, een plaatje van een zebrapad.
Home Kleuren kijken: warm rood en koud blauw