Zorg voor een kamer, die je goed kunt verduisteren. Daar kun je met de kinderen allerlei lichtspelletjes doen. Mochten de kinderen het donker te eng vinden, zorg dan voor een nachtlampje.
• Dag/nacht: kies een kamer met een heldere verlichting, bijvoorbeeld tl-verlichting. Doe het licht uit en vraag de kinderen: ‘wat is het nu, dag of nacht? En wat doe je in het donker?’ Slapen, dromen, snurken. Dan gaat het licht aan: ‘het is de volgende
morgen, wat doe je?’ Wakker worden, douchen, naar school/werk. Speel het dan na. Licht uit, iedereen gaat slapen. Licht aan, iedereen staat op, rekt zich uit en wordt actief.
• Hang een serie kleine lichtjes mooi verspreid aan het plafond. Leg een zacht kleed op de vloer met veel kussens en ga allemaal op de grond liggen, starend naar het plafond. Doe dan het licht uit en staar naar de sterrenhemel. ‘Wat zie je allemaal?’ ‘Wat zijn sterren eigenlijk?’ Het is leuk als je ook een maantje kunt ophangen.
• Ga in het donker in een kring zitten en steek een waxinelichtje aan. Vertel op fluistertoon een mooi, niet eng, verhaal.