Schildje wordt wakker op een koude winterdag. Hij zoekt iets om aan te trekken, maar er liggen alleen maar vieze schilden bij de wasmachine. Zo begint het verhaal van de lieve, toegankelijke schildpad. Het bijna halve meter hoge tafelhuis is aan alle kanten te bekijken. In de verschillende kamers liggen bijvoorbeeld lege drankflessen op de grond of staat nog vieze vaat. Schildje kan niets vinden als ontbijt.
Bespreken met kinderen
Schijvens vertelt: ‘Met de kinderen, vanaf drie jaar, bespreken we dan: wat vinden jullie hiervan? Een kind dat in een dergelijke thuissituatie opgroeit kan zo een ander referentiekader opbouwen. Het kind krijgt te weten dat het niet normaal is, dat het erover kan en mag praten, bij wie het hiervoor terecht kan en dat het nergens schuldig aan is.’
Met de verschillende houten figuurtjes speelt de groep situaties na in het tafelhuis. Het lespakket voor de kinderopvang heeft als aanvulling nog een handpop, voor de basisschoolgroepen zit er een magnetische praatplaat bij.
Waarheidsvinder
Extreem weinig meldingen van kindermishandeling komen uit het onderwijs (4%) en zelfs nog minder vanuit de kinderopvang. De drempel om het onderwerp bespreekbaar te maken, is volgens Schijvens hoog.
‘Handelingsverlegenheid speelt hierbij een rol, want een meldcode voelt al snel zwaar. Zie het als een toegankelijk hulpmiddel, want op het moment dat je signaleert, ben je de meldcode al aan het volgen.’ Een belangrijk besef is volgens Schijvens dat je als pm’er geen ‘waarheidsvinder’ hoeft te zijn, maar wel je onderbuikgevoel serieus moet nemen. ‘Het daadwerkelijk vaststellen van kindermishandeling is aan organisaties als Veilig Thuis. Je kunt makkelijk denken: ‘Misschien zie ik het fout.’ Maar wat als het wél waar is?’
Coachende rol
Schijvens vindt het zonde als professionals vastlopen op het gesprek met de ouders. Sowieso pleit ze voor een cultuur waarin de professional een meer coachende rol met de ouders opbouwt, waarin ze hen ondersteunt met kennis over opvoeding. ‘Als je bepaalde zorgen of gedrag standaard bespreekt met ouders is het veel makkelijker om, áls er iets is, het gesprek aan te gaan. Omdat die relatie er dan al ís. Omgekeerd weten ouders dan ook hun weg naar de professional te vinden. Het gebeurt nu nog te vaak dat thuis problemen onnodig hoog oplopen en escaleren.’
Stap nul
Integraal onderdeel van het lespakket is een interactieve training, waarin veel aandacht is voor bewustwording. Vooral ook die van je eigen rol. Schijvens omschrijft die bewustwording als een soort ‘stap nul’ voorafgaand aan de stappen van de meldcode: ‘Je kunt bijvoorbeeld onbewust een natuurlijke afweer hebben op bepaalde situaties. De basis om tot handelen te komen is een compleet bewustzijn van de rollen waarin je kunt schieten als je kindermishandeling vermoedt. Zo kun je bijvoorbeeld heel makkelijk in een ‘reddersrol’ schieten, wat logisch is, maar de verkeerde uitwerking kan hebben. In de training leer je welke stappen je kunt zetten om te praten over veilig opgroeien en kindermishandeling. Maar bijvoorbeeld ook wat je kunt doen als een kind met een onthulling komt.’
Een bange ‘nee’
Met Schildje kan de professional kleine signalen oppikken en bespreekbaar maken vóórdat het mis gaat. Schijvens benadrukt dat ieder kind zich pas kan ontwikkelen op het moment dat het zich emotioneel veilig voelt. ‘Jonge kinderen leren met behulp van Schildje zaken als: hoe klinkt een bange ‘nee’ en hoe een verdrietige ‘nee’? Ze leren eigen emoties te herkennen, weerbaar te worden en duidelijk te maken wat ze wel of niet willen.’
Knuffel erbij
Schildje staat minimaal één week per jaar centraal en is in te passen in bestaande thema’s, zoals de Week van de Lentekriebels. ‘Een goede week als het gaat om weerbaarheid, je eigen lijf, het aangeven van grenzen. Maar het pakket blijft het hele jaar aanwezig, zodat kinderen de knuffel Schildje erbij kunnen pakken als ze daar behoefte aan hebben. Kindermishandeling signaleer je niet maar één week per jaar.’
Meer over de tool kun je zien in dit filmpje >>
Auteur: Sophie van Asperen