Mijn zoon Thomas is in mei vier geworden en dus is er voor mij als moeder een nieuwe fase gestart: die van de basisschool, schoolpleinmoeders en bso. Ik dacht dat dat simpel was, tot mijn eigen kind in die fase kwam. Want wat is het eigenlijk heftig dat kinderen als ze vier zijn, na een periode van veel thuis zijn, spelen, kinderdagopvang en oppas-oma's, ineens vijf dagen per week van half negen tot kwart over twee naar school moeten. En dan ook nog naar de bso.

Ik vond het nogal wat voor mijn grote kind dat ineens heel klein leek. Gelukkig heeft hij over het algemeen zin in school en vindt hij de bso heel leuk. We hebben hem af en toe een dagje thuisgehouden omdat hij heel moe was, maar verder pakt hij het goed op.
Toen ik net in deze nieuwe fase met mijn kind zat, interviewde collega Frida onderzoeker Pauline Slot van de Universiteit Utrecht. In samenwerking met de wetenschapsafdeling van Partou onderzocht Pauline het welbevinden van bso-kinderen en de kwaliteit en het aanbod van bso’s. Want, zo vertelde ze, er is tot nu toe vooral veel onderzoek gedaan naar dagopvang en maar weinig naar bso. Een welkom onderzoek dus. (Meer weten? Lees het artikel over het onderzoek op pagina 14.)
Een van de uitkomsten van het onderzoek is dat het activiteitenaanbod van bso’s is verschraald. Denk aan buitenactiviteiten, creatieve en muzikale activiteiten en ontluikend rekenen. Dat het aanbod verschraalt is een probleem, vindt Pauline. Zij stelt dat we het aanbod kritisch moeten bekijken als we de educatieve kwaliteit van de bso willen verbeteren. En dat we na moeten gaan hoe je de nieuwsgierigheid van kinderen kunt prikkelen en ze kunt uitdagen. Dat klinkt mooi, maar de sector reageert hier niet onverdeeld enthousiast op. Want is de bso niet gewoon vrije tijd? Kinderen gaan al hele dagen naar school en moeten al zoveel. Ze hoeven op de bso niet meer uitgedaagd te worden.
Als moeder van een vierjarige zoon sluit ik me aan bij de tegengeluiden. Hij is zo moe, laat hem gewoon lekker spelen. Fijn als er activiteiten aangeboden worden, maar ook fijn als de kinderen die niet mee willen doen, gewoon rustig zelf kunnen spelen. Aan de andere kant kan ik me voorstellen dat het bij oudere kinderen anders ligt en dat zij wellicht juist behoefte hebben aan meer aanbod en uitdaging op de bso.
Een lastig dilemma dus. Wat bied je wel en niet aan en voor wie? Ik ben dan ook benieuwd hoe jij ertegenaan kijkt en welke keuzes er in jouw organisatie worden gemaakt.
Sophie van Hogendorp, hoofdredacteur
KinderopvangTotaal sophie.vanhogendorp@bsl.nl