De wetenschappers onderzochten ruim driehonderd kinderen van tussen vijf maanden en vier jaar oud die tijdens de eerste lockdown naar de noodopvang waren geweest in Parijs, aldus de Volkskrant.
Van hen hadden er 14 antistoffen tegen het virus in hun bloed, ofwel 3,7 procent. Dat was de helft van het toenmalige Parijse gemiddelde. En dat terwijl de ouders van veel kinderen in de zorg werken en zodoende meer dan gemiddeld waren blootgesteld aan het coronavirus.
Sporen van infectie
Van de pm’ers op de groepen had 6,8 procent sporen van infectie in het bloed. Dat cijfer was bijna gelijk aan dat van een controlegroep van Parijzenaren die op kantoor werkten. Ook vonden de wetenschappers geen aanwijzing dat de kinderen de leiders of elkaar hadden besmet.
‘De kinderen in ons onderzoek liepen het coronavirus waarschijnlijk thuis op, en niet op het kinderdagverblijf,’ aldus hoofdonderzoeker Camille Aupiais.
Het complete onderzoek lees je hier.