Maak een buurtwandeling langs dierenhuisjes. Bereid voor, zodat je weet waar ze te vinden zijn. Denk aan een vogelnest, hondenhok, kippenren, paardenstal, poezenpaal, konijnenhok, eendenkooi.
Speur in het park naar molshopen en muizenholletjes. Wellicht is er een tuin in de buurt waar veel slakken leven, die hun eigen huisje op hun rug dragen. Stippel een route uit en praat met de kinderen over elk dierenhuis dat je ziet. Passen ze qua grootte bij het beest, hebben ze hun huis zelf gemaakt of is het door mensen gemaakt?
Terug in het kindercentrum kun je met elkaar leuke dierenhuizen ontwerpen. Teken een hoog huis voor een giraf of maak een luciferdoosvilla voor een kever. Stimuleer fantasievolle projecten.