‘Risico op gehoorschade bij pedagogisch medewerkers.' Zo luidde de kop van een artikel op KinderopvangTotaal.nl. Dat leverde veel herkenning op. De reacties op onze socials spraken boekdelen: harde geluiden op de groep zijn een dagelijkse realiteit en die geluidsbelasting moet serieuzer worden genomen. En dat lijkt nu ook echt te gebeuren. Zo start kinderopvang- organisatie Babilou Family Nederland een pilot waarin ze onderzoeken of het geluid op de groepen verminderd kan worden.

Wist je dat je tijdens het verschonen van een luier beter geen ring of armband kunt dragen? En dat handen wassen met water en vloeibare zeep de voorkeur heeft boven desinfecterende handgel of een blok zeep? Deze en andere voorschriften zijn onderdeel van de Hygiënerichtlijn voor de kinder- opvang. Wat staat er precies in die richtlijn? Waarom is die er? En wat zijn de belangrijkste punten?

Is er behoefte aan een kwaliteitskader bedrijfsvoering? Het Waarborgfonds & Kenniscentrum Kinderopvang ontwikkelde eerder al het Kwaliteitskader Huisvesting Kinderopvang. Aangezien wet- en regelgeving steeds ingewikkelder wordt, gaat deze organisatie dit jaar aan de slag met het voorbereiden van een Kwaliteitskader Bedrijfsvoering. Stemmen uit de praktijk laten horen dat de ontwikkeling van zo'n kwaliteitskader meer dan welkom is.

Peuters en kleuters spelen anders en gebruiken meer en rijkere taal in een natuurlijke omgeving. Taalstimulering op natuurlijke plekken heeft daarom meerwaarde ten opzichte van reguliere taalactiviteiten. Dat zegt Jannette Prins, die hier onderzoek naar deed. De uitkomsten bieden de kinderopvang en kleutergroepen aanknopingspunten voor een betere taalontwikkeling.

Pedagoog Simon Hay is expert pedagogische kwaliteit en maakte in die rol PiB: een zelfevaluatie-instrument voor de kinderopvang. Zijn missie: de toegevoegde waarde van de kinderopvang duidelijk maken: ‘Het is een mini-samenleving waarin kinderen leren met elkaar om te gaan.'

Nederlanders maken steeds meer gebruik van formele kinderopvang, meldt het CBS. In 2013 ging 46 procent van de nul- tot driejarigen naar de kinderopvang; tien jaar later was dat opgelopen tot 72 procent. Denemarken staat op een tweede plaats in gebruik van formele kinderopvang. Hoogleraar Ruben Fukkink geeft een inkijkje in de achtergronden van deze cijfers: waarin lijkt Nederland op Denemarken en waarin verschillen we?