Het enige goede nieuws van de laatste corona-persconferentie was dan ook dat scholen voorlopig openblijven. Bij dit besluit speelde het belang van het welzijn van kinderen een grote rol. Mogelijke schade aan de ontwikkeling van kinderen gaf de doorslag. Het onderwijs sputterde vooraf nog even tegen maar als het om kwetsbare kinderen gaat, voor wie thuis geen veilige of stimulerende omgeving is, kan je als school toch moeilijk tegen zijn. Aan de kinderopvang leek tot dan toe verder nog niemand te hebben gedacht.
Meteen na de persconferentie stonden de aangescherpte maatregelen voor scholen al online. Mondkapjes voor kinderen vanaf groep 6, het spreiden van pauzes en contacten tussen kinderen uit verschillende klassen zo veel mogelijk vermijden. Een lachertje natuurlijk als je weet dat een groot deel van die kinderen vervolgens weer wordt samengevoegd in de buitenschoolse opvang. Is het werken met ‘bubbels’ (cohorten) en het dragen van mondkapjes na schooltijd dan niet nodig of niet mogelijk? Wenselijk is het vanuit pedagogisch oogpunt in ieder geval niet en uitvoerbaar waarschijnlijk ook niet. Maar risicovol is het wel.
In de persconferentie werd diep respect uitgesproken voor het onderwijspersoneel. In mijn hoofd klonken er twee woorden achteraan ‘en kinderopvang’ maar het bleef stil. Waarom niet in één adem ook de kinderopvangmedewerkers noemen? Deze sectoren zijn nauw met elkaar verbonden en zorgen er samen voor dat kinderen zich in een veilige omgeving kunnen ontwikkelen terwijl ouders aan het werk zijn en zo de economie draaiende kan worden gehouden. Zonder kinderopvang, geen groei.
‘Er is al veel gesold met kinderen teneinde het virus onder controle te krijgen’
Er is al veel gesold met kinderen teneinde het virus onder controle te krijgen. Kinderen en jongeren hebben schade opgelopen op lichamelijk, cognitief en sociaal-emotioneel vlak. Volgens leerkrachten zijn de achterstanden, opgelopen tijdens de vorige lockdown, nog lang niet gerepareerd. In het basisonderwijs nam onder meer het niveau in lezen en rekenen af. Er is extra geld voor personeel beschikbaar gesteld om de achterstanden in te lopen. Een beetje merkwaardig was dan ook dat nu juist basisschoolmedewerkers zich in een peiling van het tv-programma EénVandaag uitspraken voor een schoolsluiting. Van de leraren die aan het onderzoek hebben deelgenomen gaf bijna de helft aan bang te zijn om zelf besmet te raken. Dat terwijl er op scholen verscherpte maatregelen gelden en de meeste leraren afstand kunnen houden tot leerlingen. Hoe anders is dat in de kinderopvang.
Pedagogisch medewerkers zijn over het algemeen niet bang voor snot, slijm, speeksel en poep, maar de wetenschap dat virusdeeltjes zich daarin bevinden is geen fijn idee. Van jonge kinderen kan niet gevraagd worden afstand te houden en in de elleboog te niezen. Wie zich over zijn eigen gezondheid geen zorgen maakt heeft misschien wel een partner, ouder of ander persoon in het huishouden die kwetsbaar is. Wij merken dat sommige ouders de maatregelen beu zijn en ze aan hun laars lappen. Zich niet realiserend dat ze daarmee de pedagogisch medewerkers en de continuïteit in de kinderopvang in gevaar brengen. Wij zullen het de kinderen niet kwalijk nemen en zorgen met evenveel liefde voor ze, maar voelen ons daardoor wel minder veilig en niet gerespecteerd.
Deze winter staan pedagogisch medewerkers opnieuw in open deuren en op tochtige schoolpleinen overdrachten te geven aan ouders. Terwijl leraren uitkijken naar een extra weekje kerstvakantie zullen wij de kinderen opvangen. Kinderen naar huis sturen als personeel niet kan worden vervangen of overschakelen op online lesgeven, is voor onze sector geen optie. Het is misschien minder bekend maar het tekort aan personeel in de kinderopvang is zelfs groter dan in het basisonderwijs.
Ondertussen begint een kindercentrum steeds meer weg te hebben van een medisch centrum. Bij binnenkomst worden bezoekers gevraagd handen te desinfecteren en een mondkapje te dragen. Op kantoor staan dozen vol zelftesten, de locatiemanager heeft een hotline met de GGD en pedagogisch medewerkers slaan alarm bij een kind met verhoging. Wie snottert wordt naar de teststraat gestuurd, waar tegenwoordig het gegil van angstig huilende kinderen de boventoon voert. Gelukkig zijn de meeste kinderen en pedagogisch medewerkers veerkrachtig en passen zich gemakkelijk aan, maar ook hun flexibiliteit is niet oneindig.