Masterclass Opvallend Gedrag: Nieuwe editie

Kinderopvangcentra zijn een belangrijke schakel in het tijdig signaleren en adequaat aanpakken van taalachterstand bij kinderen op jonge leeftijd.

Als de taalontwikkeling van kinderen achterblijft, vergroot dit de kans op leerproblemen en sociaal-emotionele problemen in de opvolgende leerjaren. Hoe signaleer je mogelijke leesproblemen bij kinderen? En wat is het belang van woordenschat voor de sociaal emotionele ontwikkeling?

Het belang van een vroegtijdige signalering van problemen in de taalontwikkeling van het jonge kind:

Bernadette behandelt de volgende onderwerpen:

• Aandacht voor de adequate aanpak betekent dat men op de hoogte moet zijn van de ‘rode vlaggen’ in de taalontwikkeling.
• Wanneer spreek je van (een vermoeden van) TOS en wanneer van een taalontwikkelingsachterstand?
• Wat is impliciet en expliciete taalontwikkeling? Welke rol speel je hierin als pedagogisch medewerker.
• Wat zijn de gevolgen voor gedrag en de sociaal-emotionele ontwikkeling?
• Welk aanbod kan je geven in de groep om deze kinderen te ondersteunen in hun onvermogen tot communicatie?
• Hoe signaleer je ernstige taalontwikkelingsachterstanden in de groep bij het jonge kind?

“Als een kind het jou moeilijk maakt, heeft het kind het vaak moeilijk”

Een kind bevindt zich altijd in een soort web. Het staat in verbinding met zijn of haar omgeving, zowel thuis als in de naaste omgeving. Via de zintuigen ervaart het kind zijn eigen lijf en neemt het kind de wereld in zich op en verwerkt het de informatie in het brein op zijn of haar eigen unieke manier. Door deze (eerdere opgedane) ervaringen wordt er het in brein van het kind ‘emotionele’ betekenis aan de informatie gegeven en gedraagt het kind zich hier op een bepaalde manier naar. Het kind reageert óf het kind neemt zelf initiatief omdat het op basis van de eerdere ervaringen ‘smaakt naar meer’. Daar waar een kind anders reageert, en daarmee dus gedraagt, vinden we dat als ouders en professionals vaak lastig.

Niels behandelt de volgende onderwerpen:

• Hoe kan je het kind helpen door in te zoomen op de oorzaak van het gedrag?
• Welke rol kun jij als pedagogisch professional bekleden in het opdoen van positieve ervaringen voor het kind binnen je opvanggroep?
• Hoe zet je ouders/verzorgers in hun kracht, zonder oordeel, maar op een realistische wijze?

Met kennis over hoogbegaafdheid kunnen pedagogisch medewerkers en coaches kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong signaleren en uitdagend begeleiden. En dat is van belang: gezien en gehoord worden is van belang om een positief zelfbeeld te ontwikkelen, om te voorkomen dat patronen waar je als kind niets aan hebt voorkomen kunnen worden en kunnen opvoedingsvragen van ouders beantwoord worden.

In deze workshop wordt kennis gedeeld over hoogbegaafdheid (wat is het, kenmerken en signalen en krijgen deelnemers tips mee over het verrijken van de omgeving (materialen, begeleiding en activiteiten).Wat is hoogbegaafdheid en wat kan er gezien worden?

• Waarom is het van belang om te signaleren?
• Hoe kan de omgeving verrijkt worden?

Iedere begeleider is opgeleid in het kijken naar gedrag in de klas of groep. Soms kan de oorzaak van opvallend of storend gedrag (ook) liggen in de manier waarop het kind de prikkels verwerkt. Het unieke profiel maakt ieder kind bijzonder.

• Aan de ene kant biedt het kansen, maar het kan kinderen ook kwetsbaar maken in het maken van contact, spelen, leren en het zich veilig voelen.
• Je leert anders kijken naar het kind, naar jezelf, naar jouw materialen en middelen én anders kijken naar jouw groep. Dit kan de hele groep weer nieuwe kansen bieden.

Ga scherp en fris de volgende lezing in!

Je hebt een hele middag alle uitdagingen gehoord, hoe neem je de kennis van de besproken onderwerpen mee naar de werkvloer. Tischa gaat in dit laatste deel heel praktisch aan de slag. Echt een kind helpen doe je door oplossingsgericht te werken.

Je leert:

• Hoe maak je en goed plan van aanpak. Doe je dat met collega’s en/of met kind?
• Observeren van momenten, krijg inzicht in patronen
• Hoe neem je ouders in mee in je observaties en het plan van aanpak.