In een benchmarkonderzoek presenteert de branche, in dit geval de kinderopvang, zich met ontwikkelingen, bedrijfsvoering, financiën, kwaliteit, personeel en andere managementinformatie. Op deze manier ontstaat er een ‘referentiekader’ of ‘ijkingskader’ waaraan andere ondernemers zich kunnen meten. Benchmarking is er vooral ook om verantwoording af te leggen en transparant te zijn naar stakeholders.
Breed draagvlak
Voorheen ontvingen houders van kindercentra twee benchmarkonderzoeken: één van de Brancheorganisatie en één van het Waarborgfonds. Daaraan komt nu een einde . Volgens de twee organisaties heeft de gezamenlijke benchmark nog meer zeggingskracht over de stand van zaken en ontwikkelingen in de sector, omdat de benchmark breder gedragen is. Ze vinden gezamenlijk optrekken zelfs noodzakelijk om sterker te staan in de discussie over de rol en de positie van kinderopvang in de Nederlandse samenleving. Dit is, gezien de vraaguitval en recente bezuinigingen, hard nodig.
Onderzoek CBS
Ondernemers krijgen half juni de uitnodiging om met de benchmark mee te doen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek zendt ook ieder jaar een vragenlijst naar houders. Als eigenaren van kindercentra meedoen aan de benchmark van de Brancheorganisatie en het Waarborgfonds, hoeft de vragenlijst van het CBS niet meer ingevuld te worden.
Zodra de uitslagen van het benchmarkonderzoek 2014 bekend zijn, berichten we daarover uiteraard op Kinderopvangtotaal.