Wet IKK

Wet IKK
Baby

Babyscholing nu bij veel mbo’s standaard in lespakket: ‘Zorgelijk dat studenten uit boeken leren over baby’s’

Door de wet IKK mogen pedagogisch medewerkers vanaf 2025 alleen nog op een babygroep werken met een goedgekeurde en afgeronde bijscholing op het gebied van baby’s. Dit om de kwaliteit op de babygroepen te verhogen. Inmiddels hebben veel mbo’s de kwalificatie-eis opgepakt en de scholing in hun (standaard) lesprogramma opgenomen. Echter, iedere ROC gaat hier op een andere manier mee om en een praktijkgedeelte is niet verplicht. Kun je jezelf wel een babykenner noemen zonder praktijkervaring?

GGD GHOR pareert kritiek op ‘nieuw toezicht’

Het nieuwe toezicht is niet alleen nieuw voor de sector, ook voor GGD’en. Hoe kijken zij naar de aanzwellende kritiek op het uitblijven van de dialoog, de toenemende kleine overtredingen en het idee dat toezichthouders onvoldoende toegerust zijn? ‘Het idee dat ‘iets niet mag van de GGD’ is hardnekkig.’

Het nieuwe toezicht: ‘Waar blijft de dialoog?’

Met IKK verandert ook het toezicht; tenminste dat was het idee. Want in veel regio’s merken managers nog weinig van een dialoog met de toezichthouder. En de afvinklijstjes die verleden tijd zouden zijn, lijken juist langer dan ooit. Wat is er aan de hand?
Wet IKK

Meldpunt IKK laat zien dat regel en praktijk kunnen botsen

Uit het Meldpunt IKK van Brancheorganisatie Kinderopvang blijkt dat regels versus praktijk nogal eens botsen. Houders worstelen met de drie-uursregeling waardoor zij het pedagogisch beleid constant moeten aanpassen. Verder keuren inspecteurs de pedagogisch beleidsplannen soms af omdat volgens hen de uitwerking ‘niet concreet genoeg omschreven is.’
Toezicht kinderopvang

Blog Jolanda Rikers – Inspectie na IKK adequaat?

Gistermiddag was ik op de prachtige zomerse dag voorzitter van de bdKO-regiobijeenkomst in Vught. Het thema van de middag was ‘kennis delen’. Dit is immers een belangrijk doel van onze beroepsvereniging.
Toezicht kinderopvang

Met IKK is ook het toezicht veranderd

In de luwte van de Wet Innovatie Kwaliteit Kinderopvang (IKK) is GGD GHOR Nederland al een tijd bezig met de voorbereiding op het nieuwe toezicht. Wat houdt dit in?
Wet IKK
Minister Asscher.jpg

Minister Asscher focust op drie thema’s

Kamerleden waren tijdens het algemeen overleg nieuwsgierig welke doelstellingen minister Asscher heeft in zijn laatste termijn.

Over wet ikk

Wet IKK: Wat verandert er per 1 januari 2018?

Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK) is het omvangrijke plan dat de kwaliteit van de kinderopvangbranche de komende jaren vooruit moet stuwen. Maatregelen zoals meer pm’ers en vaste gezichten voor babygroepen en juist meer vrijheid en maatwerk voor bso’s en de inzet van pedagogische coaches (hbo) op alle locaties worden in de Wet IKK verankerd.

Lees meer

De Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang treedt per 1 januari 2018 in werking. Hoewel het Kwaliteitsakkoord is opgesteld in samenspraak met het werkveld, kwam er toch veel kritiek, met name op de eisen rond de bkr en de verplichte pedagogisch coach. Deze kritiek had vooral te maken met de kosten van de maatregelen en de angst dat deze kosten onvoldoende worden gecompenseerd door de overheid. Vanwege alle ophef heeft demissionair minister Lodewijk Asscher voor sommige maatregelen uitstel verleend. Wat gaat er wél veranderen per 1 januari 2018? Brancheorganisatie Kinderopvang maakte een document met daarin een overzicht van alle maatregelen die per 1 januari 2018 ingaan. Een beknopt overzicht:

Pijler: De ontwikkeling van het kind staat centraal

  • Het concretiseren van de pedagogische doelen in het pedagogisch beleid en zichtbaar maken in de praktijk.
  • Aan ieder kind wordt een mentor toegewezen. De mentor werkt op de groep waar het kind is geplaatst. Zij volgt de ontwikkeling van het kind, is het eerste aanspreekpunt voor ouders (en in de bso ook voor het kind).
  • Pedagogisch medewerkers hebben ieder kind ‘in beeld’ en volgen het in zijn ontwikkeling. Zo kunnen ze aansluiten bij de ontwikkeling van het kind en het stimuleren de volgende stap te zetten. Een kindvolgsysteem is niet verplicht, wel een planmatig volgen en registreren.

Pijler: Veiligheid en gezondheid

  • In het beleid worden grote risico’s onderkend en worden maatregelen getroffen. Ook wordt beschreven hoe kinderen geleerd wordt om te gaan met kleine risico’s. Het beleid en het daarbij behorende plan van aanpak wordt ontwikkeld samen met de pedagogisch medewerkers.
  • Op iedere kinderopvanglocatie moet tijdens openingsuren altijd minimaal één volwassene aanwezig zijn die beschikt over een gecertificeerd ‘kinder-EHBO’ diploma.

Pijler: Stabiliteit en meer ruimte voor pedagogisch maatwerk

  • Aan een kind worden twee vaste pedagogisch medewerkers toegewezen. Op de dagen dat het kind komt, is altijd minimaal één van deze twee pedagogisch medewerkers werkzaam. Voor kinderen met flexibele dagen geldt het ‘vaste gezichten-eis’ niet.
  • Bij aaneengesloten openstelling van tien uur of meer per dag kan maximaal drie uur per dag worden afgeweken van de vereiste BKR. Daarbij wordt minimaal de helft van de vereiste BKR ingezet. In het pedagogisch beleidsplan wordt opgenomen op welke tijden wel en op welke tijden niet wordt afgeweken van de BKR.
  • Er wordt een verruiming beoogd van de kwalificaties waarmee je in de bso kunt werken als pedagogisch medewerker. Dat betekent dat de lijst in de Cao (mogelijk) wordt uitgebreid.

Pijler: Kinderopvang is een vak

  • Pedagogisch medewerkers moeten beschikken over niveau 3F voor spreekvaardigheid. Voor de invoering wordt een ruime ingroeiperiode gehanteerd.
  • Scholing voor pedagogisch medewerkers die werken met 0-jarigen.
  • Ook aan het taalniveau van niet-Nederlands sprekende pedagogisch medewerkers in de meertalige opvang (Engels, Frans, Duits) worden eisen gesteld. Dit wordt uitgewerkt in de Ministeriële regeling.
  • Vrijwilligers mogen niet langer formatief worden ingezet. Ze tellen dus niet mee in de berekening voor de BKR.
  • In het opleidingsplan moet worden beschreven hoe wordt ingezet op de ontwikkeling en kennisverbreding van pedagogisch medewerkers, en hoe dit wordt geconcretiseerd in de praktijk.
  • Bij formatieve inzet van beroepskrachten in opleiding (BBL’ers / BOL-stagiaires) wordt rekening gehouden met de opleidingsfase. De Ministeriële regeling zal (waarschijnlijk) naar de cao verwijzen om dit verder uit te werken, maar wel als restrictie stellen dat maximaal 33% van de formatief benodigde inzet uit beroepskrachten in opleiding mag bestaan.
  • Om de ontwikkeling van pedagogisch medewerkers te stimuleren, wordt gestreefd naar een landelijk systeem van permanente educatie. Deze maatregel uit het akkoord IKK is niet opgenomen in de AMvB of in de Ministeriële regeling. Het is belegd bij Cao-partijen.

Overige maatregelen

Een aantal maatregelen uit de Wet IKK zijn uitgesteld naar 1 januari 2019.Dat gaat om:

  1. Wijzigingen in de BKR: 0-jarigen 1 : 3, 7-13 jarigen 1 : 12, 4-13 jarigen 1 : 11
  2. Pilots Innovatieve opvang
  3. Inzet pedagogisch beleidsmedewerker voor beleidsontwikkeling en coaching pedagogisch medewerkers (kwalificatie-eisen worden in de Cao geregeld).