VVE en taalachterstanden

'We willen de resultaten die we de afgelopen jaren hebben bereikt

Vrees voortbestaan voorscholen in grote steden

Amsterdam en Rotterdam en in mindere mate Den Haag en Utrecht, moeten vanaf 2016 VVE-geld inleveren. Dat geld kan dan worden besteed aan kinderen met een taalachterstand in kleinere gemeenten, vindt staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker. G4-wethouders maken zich zorgen.
Alle Rotterdamse peuters zijn welkom in groep 0

Alle Rotterdamse peuters zijn welkom in groep 0

Alle peuters in Rotterdam kunnen vanaf hun tweede levensjaar naar school. Tot hun vierde jaar worden ze dan spelenderwijs klaargestoomd voor de basisschool in groep 0. Op die manier moeten kinderen beter aansluiting vinden in het basisonderwijs en wil onderwijswethouder Hugo de Jonge achterstanden in het onderwijs voorkomen.
Peutercollege

Peutercollege koppelt opvang aan peuterspeelzaal

Ahmed Aboutaleb, de burgemeester van Rotterdam, en onderwijswethouder Hugo de Jonge zijn ingenomen met het initiatief van het Peutercollege in hun stad. Hiermee is de eerste stap gezet van een brede beweging die Rotterdam in gang wil zetten om de kinderopvang te koppelen aan het peuteronderwijs. Het Peutercollege gaat een stap verder dan de groepen nul […]
VVE en taalachterstanden
Peuterconsulent

Rotterdam stuurt peuterconsulent op ouders af

Rotterdam heeft vanaf deze maand 22 peuterconsulenten in de stad rondlopen. Die moeten ouders met kinderen met een taalachterstand ervan overtuigen hun kind naar een kinderdagverblijf, peuterspeelzaal of zogeheten groep nul te brengen. Die laatste is bedoeld voor 2,5 tot 4 jarigen om taal- en ontwikkelingsachterstanden weg te werken. De 22 consulenten zijn woensdag aan […]
VVE en taalachterstanden
Groep

Honderdste groep nul in Rotterdam van start

Op basisschool de Kameleon in Rotterdam is donderdag de 100e groep nul van start gegaan. Doel van deze groep voor peuters van 2,5 tot 4 jaar is om taal- en ontwikkelingsachterstanden weg te werken. Onderwijswethouder Hugo de Jonge (CDA) is blij met de 100e groep. Deze groep begon een jaar geleden bij 30 basisscholen. In […]
VVE en taalachterstanden
Peuteronderwijs van start

Peuteronderwijs van start

Deze week zijn de eerste pilots voor peuteronderwijs van start gegaan, ook wel de nulgroep genoemd. De meningen over dit experiment zijn verdeeld. Uiteindelijk wordt over vier jaar het effect van het peuteronderwijs afgezet tegen de resultaten van peuters die een regulier vve-programma volgen. De proef duurt vier jaar. Speels lerenNOS Radio 1 nam een kijkje bij […]
Inschrijving startgroepen peuters begonnen

Inschrijving startgroepen peuters begonnen

Scholen die in nauwe samenwerking met een kinderopvang en/of peuterspeelzaalorganisatie mee willen doen aan de pilot peuteronderwijs kunnen zich vanaf nu inschrijven voor het project. Het eerste jaar is er 1,7 miljoen euro subsidiegeld beschikbaar en in de jaren erna ruim 4 miljoen euro. Loting in septemberAlleen het schoolbestuur kan de aanvraag indienen. Voorwaarde is […]

Over vve en taalachterstanden

Taalachterstanden zo vroeg mogelijk voorkomen

Voor peuters met een taalachterstand is er vroeg- en voorschoolse educatie, ook kinderen zonder achterstand komen op de kinderopvang en de peuterspeelzaal met deze educatieve programma’s in aanraking. Pedagogisch medewerkers leren om peuters al op jonge leeftijd spelenderwijs en themagericht taal bij te brengen en meteen andere ontwikkelingsgebieden aan te spreken. Gemeenten krijgen subsidie om achterstanden aan te pakken. Hier gaat veel geld in om en er is nogal eens kritiek over de efficiëntie van de huidige VVE-methodieken. In dit dossier leest u meer over deze discussie en andere VVE-gerelateerde onderwerpen.

Lees meer

Bij een onderwijsachterstand presteert een kind met bepaalde omgevingskenmerken minder goed in het onderwijs in vergelijking met een kind met eenzelfde leerpotentieel, maar zonder die kenmerken. Het onderwijsachterstandenbeleid is gericht op het verminderen en voorkomen van onderwijsachterstanden. Binnen dit beleid krijgen peuters met een risico op een onderwijsachterstand door middel van voor- en vroegschoolse educatie spelenderwijs een stimulerend en taalrijk aanbod waarmee hun ontwikkeling op het gebied van taal, rekenen, motoriek, en op sociaal-emotioneel vlak op gestructureerde en samenhangende wijze wordt gestimuleerd. Het is de bedoeling dat deze deze kinderen een betere start op de basisschool (groep 3) maken en een toekomstige onderwijsachterstand mogelijk worden voorkomen of verminderd.

Randvoorwaarden
Voorschoolse educatie wordt aangeboden in VVE-groepen op kinderopvanglocaties of peuterspeelzaallocaties en is gericht op peuters tussen 2 en 4 jaar. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid ten aanzien van VVE. De randvoorwaarden voor de kwaliteit van VVE zijn geregeld in het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. De werking van dat Besluit is naar aanleiding van de cohortstudie pre-COOL geëvalueerd. Het is het eerste Nederlandse onderzoek waarin gebruik is gemaakt van een begintest en waarin peuters tussen 2 en bijna 6 jaar zijn gevolgd in hun ontwikkeling, vanaf het moment dat zij naar een voorschoolse voorziening gaan, tot op de basisschool.

Pre-COOL
Uit het pre-COOL onderzoek blijkt dat VVE eraan bijdraagt dat peuters uit de doelgroep hun achterstand grotendeels inlopen. Het onderzoek laat zien dat deelname aan VVE kan compenseren voor onvoldoende stimulatie in de thuisomgeving. Daarbij toont het onderzoek aan dat een hoge educatieve kwaliteit van de voorschoolse voorziening van belang is voor de ontwikkeling van de aandachtfunctie die een belangrijke voorspeller is voor latere schoolse vaardigheden. Ook uit internationaal onderzoek blijkt dat een hogere, met name educatieve, kwaliteit van voorschoolse voorzieningen leidt tot een betere sociale ontwikkeling, tot een grotere mate van zelfregulatie en tot beter ontwikkelde cognitieve vaardigheden.

Discussie over effectiviteit
Er is in Nederland veel discussie over de effectiviteit van VVE. Zo bleek uit een inventariserend onderzoek van hoogleraar Ruben Fukkink in 2015 dat VVE niet effectief is. Later liet hij in een eigen onderzoek zien dat VVE in combinatie met VIB wel effect sorteert. De overheid blijft onverminderd inzetten op een achterstandenbeleid met gebruikmaking van VVE. Wel worden de VVE-gelden de komende jaren op een andere manier verdeeld. De kleinere gemeentes krijgen meer en de grote gemeentes minder. Dit heeft tot veel protest van grote gemeenten geleid omdat zij inmiddels een infrastructuur hebben opgebouwd van voorscholen en VVE-klassen. Bezuinigigen betekent een gedeeltelijke afbraak van die voorzieningen.

Educatieve kwaliteit
Uit peilingen met betrekking tot de kwaliteit op Nederlandse kinderdagverblijven en peuterspeelzalen blijkt dat de pedagogische kwaliteit goed is, maar dat de educatieve kwaliteit verbetering behoeft. Zo scoorde ruim driekwart van de pedagogisch medewerkers (werkzaam op een kinderdagverblijf) een onvoldoende voor ontwikkelingsstimulering en begeleiding van interacties tussen kinderen. En ook op peuterspeelzalen waren deze educatieve vaardigheden gemiddeld genomen matig tot onvoldoende aanwezig. Ook uit een andere studie blijkt dat Nederlandse pedagogisch medewerkers wel goed in staat zijn om emotionele en gedragsondersteuning te bieden, maar moeite hebben met de educatieve ondersteuning van kinderen. Om de effecten van VVE te verhogen, zijn enkele maatregelen nodig.

Aanpassingen Besluit
De aanpassingen van het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie zetten in op verhoging van de kennis en vaardigheden van de beroepskracht VVE, een betere kwaliteitszorg op VVE-locaties en indirect op verbetering van het toezicht. Zo moet het taalniveau van pedagogisch medewerkers omhoog. Pm’ers die in VVE-groepen werken, moeten naar niveau 3F op de onderdelen Mondelinge Taalvaardigheid en Lezen.

Innovatiecentra VVE
Onderzoek speelt een rol in het zoeken naar factoren die de kwaliteit en effectiviteit van VVE verbeteren. Vanaf het schooljaar 2017/2018 wordt via innovatiecentra onderzoek gedaan naar (potentieel) succesvolle VVE-interventies in de praktijk. Uitbreiding van het aantal uren VVE wordt bijvoorbeeld gezien als een manier om de effectiviteit van VVE te vergroten. Maar deze maatregel is kostbaar en de effectiviteit ervan hangt naar verwachting mede af van de kwaliteit van het aanbod. Binnen de innovatiecentra kan onderzocht worden in hoeverre, op welke manieren en in welke omstandigheden het aantal uren VVE van invloed is op de effectiviteit ervan. Deze innovatiecentra spelen ook een rol bij het delen van wetenschappelijke kennis en goede voorbeelden, zo is te lezen in de toelichting op het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.