VVE en taalachterstanden

VVE

VVE-Kennisnetwerk in 37 grootste gemeenten

Kinderopvangorganisaties en peuterspeelzalen in de 37 grootste gemeenten (G37) die VVE aanbieden, kunnen zich aanmelden voor een kennisnetwerk. Dit digitale netwerk voor VVE is opgezet voor het uitwisselen van kennis, documenten en veel gestelde vragen en antwoorden. In 2011 heeft het kabinet 95 miljoen beschikbaar gesteld om de VVE-kwaliteit in de G37 te verbeteren. Hiervoor zijn met […]
VVE en taalachterstanden
Aanvraag vergoeding peuterspeelzaal verlengd

Aanvraag vergoeding peuterspeelzaal verlengd

Om peuterspeelzalen te ondersteunen bij het voldoen aan de kwaliteitseisen is een vergoeding beschikbaar voor de kosten van EVC-procedures en/of een beroepsopleiding voor werknemers. Om hiervoor in aanmerking te komen moeten peuterspeelzalen zich registreren. De mogelijkheid om dit te doen is verlengd tot 1 oktober 2010. Aanmeldprocedure en voorwaardenRegistreren kan via de website van FCB […]
Budget beschikbaar voor peuterspeelzalen

Budget beschikbaar voor peuterspeelzalen

FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken heeft een loket voor peuterspeelzalen geopend om peuterspeelzalen te helpen om voor 1 augustus aan de gestelde eisen te voldoen. Budget voor opleiding en/of EVC-procedureDe nieuwe eisen zijn samengevat in de Wet OKE en hebben betrekking op de leidster-kindratio en de eis dat één van de twee leidsters op minimaal PW-3 […]
Risicomonitor officieel gelanceerd

Risicomonitor officieel gelanceerd

De digitale Risicomonitor voor inventarisatie van arbo, gezondheid en veiligheid is officieel gelanceerd. Dit gebeurde tijdens het symposium Samenwerken voor kinderen in de Amsterdamse Westergasfabriek. Voor iedereenTwee gebruikers, Dhr Ligthart van de Albertplesmanschool en mevr. Rutjes van Kinder Service Hotel kregen de Risicomonitor van Ria Hoogedoorn van de MOgroep overhandigd. Behalve de kinderopvang kunnen ook peuterspeelzalen en basisscholen van […]

Over vve en taalachterstanden

Taalachterstanden zo vroeg mogelijk voorkomen

Voor peuters met een taalachterstand is er vroeg- en voorschoolse educatie, ook kinderen zonder achterstand komen op de kinderopvang en de peuterspeelzaal met deze educatieve programma’s in aanraking. Pedagogisch medewerkers leren om peuters al op jonge leeftijd spelenderwijs en themagericht taal bij te brengen en meteen andere ontwikkelingsgebieden aan te spreken. Gemeenten krijgen subsidie om achterstanden aan te pakken. Hier gaat veel geld in om en er is nogal eens kritiek over de efficiëntie van de huidige VVE-methodieken. In dit dossier leest u meer over deze discussie en andere VVE-gerelateerde onderwerpen.

Lees meer

Bij een onderwijsachterstand presteert een kind met bepaalde omgevingskenmerken minder goed in het onderwijs in vergelijking met een kind met eenzelfde leerpotentieel, maar zonder die kenmerken. Het onderwijsachterstandenbeleid is gericht op het verminderen en voorkomen van onderwijsachterstanden. Binnen dit beleid krijgen peuters met een risico op een onderwijsachterstand door middel van voor- en vroegschoolse educatie spelenderwijs een stimulerend en taalrijk aanbod waarmee hun ontwikkeling op het gebied van taal, rekenen, motoriek, en op sociaal-emotioneel vlak op gestructureerde en samenhangende wijze wordt gestimuleerd. Het is de bedoeling dat deze deze kinderen een betere start op de basisschool (groep 3) maken en een toekomstige onderwijsachterstand mogelijk worden voorkomen of verminderd.

Randvoorwaarden
Voorschoolse educatie wordt aangeboden in VVE-groepen op kinderopvanglocaties of peuterspeelzaallocaties en is gericht op peuters tussen 2 en 4 jaar. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid ten aanzien van VVE. De randvoorwaarden voor de kwaliteit van VVE zijn geregeld in het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. De werking van dat Besluit is naar aanleiding van de cohortstudie pre-COOL geëvalueerd. Het is het eerste Nederlandse onderzoek waarin gebruik is gemaakt van een begintest en waarin peuters tussen 2 en bijna 6 jaar zijn gevolgd in hun ontwikkeling, vanaf het moment dat zij naar een voorschoolse voorziening gaan, tot op de basisschool.

Pre-COOL
Uit het pre-COOL onderzoek blijkt dat VVE eraan bijdraagt dat peuters uit de doelgroep hun achterstand grotendeels inlopen. Het onderzoek laat zien dat deelname aan VVE kan compenseren voor onvoldoende stimulatie in de thuisomgeving. Daarbij toont het onderzoek aan dat een hoge educatieve kwaliteit van de voorschoolse voorziening van belang is voor de ontwikkeling van de aandachtfunctie die een belangrijke voorspeller is voor latere schoolse vaardigheden. Ook uit internationaal onderzoek blijkt dat een hogere, met name educatieve, kwaliteit van voorschoolse voorzieningen leidt tot een betere sociale ontwikkeling, tot een grotere mate van zelfregulatie en tot beter ontwikkelde cognitieve vaardigheden.

Discussie over effectiviteit
Er is in Nederland veel discussie over de effectiviteit van VVE. Zo bleek uit een inventariserend onderzoek van hoogleraar Ruben Fukkink in 2015 dat VVE niet effectief is. Later liet hij in een eigen onderzoek zien dat VVE in combinatie met VIB wel effect sorteert. De overheid blijft onverminderd inzetten op een achterstandenbeleid met gebruikmaking van VVE. Wel worden de VVE-gelden de komende jaren op een andere manier verdeeld. De kleinere gemeentes krijgen meer en de grote gemeentes minder. Dit heeft tot veel protest van grote gemeenten geleid omdat zij inmiddels een infrastructuur hebben opgebouwd van voorscholen en VVE-klassen. Bezuinigigen betekent een gedeeltelijke afbraak van die voorzieningen.

Educatieve kwaliteit
Uit peilingen met betrekking tot de kwaliteit op Nederlandse kinderdagverblijven en peuterspeelzalen blijkt dat de pedagogische kwaliteit goed is, maar dat de educatieve kwaliteit verbetering behoeft. Zo scoorde ruim driekwart van de pedagogisch medewerkers (werkzaam op een kinderdagverblijf) een onvoldoende voor ontwikkelingsstimulering en begeleiding van interacties tussen kinderen. En ook op peuterspeelzalen waren deze educatieve vaardigheden gemiddeld genomen matig tot onvoldoende aanwezig. Ook uit een andere studie blijkt dat Nederlandse pedagogisch medewerkers wel goed in staat zijn om emotionele en gedragsondersteuning te bieden, maar moeite hebben met de educatieve ondersteuning van kinderen. Om de effecten van VVE te verhogen, zijn enkele maatregelen nodig.

Aanpassingen Besluit
De aanpassingen van het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie zetten in op verhoging van de kennis en vaardigheden van de beroepskracht VVE, een betere kwaliteitszorg op VVE-locaties en indirect op verbetering van het toezicht. Zo moet het taalniveau van pedagogisch medewerkers omhoog. Pm’ers die in VVE-groepen werken, moeten naar niveau 3F op de onderdelen Mondelinge Taalvaardigheid en Lezen.

Innovatiecentra VVE
Onderzoek speelt een rol in het zoeken naar factoren die de kwaliteit en effectiviteit van VVE verbeteren. Vanaf het schooljaar 2017/2018 wordt via innovatiecentra onderzoek gedaan naar (potentieel) succesvolle VVE-interventies in de praktijk. Uitbreiding van het aantal uren VVE wordt bijvoorbeeld gezien als een manier om de effectiviteit van VVE te vergroten. Maar deze maatregel is kostbaar en de effectiviteit ervan hangt naar verwachting mede af van de kwaliteit van het aanbod. Binnen de innovatiecentra kan onderzocht worden in hoeverre, op welke manieren en in welke omstandigheden het aantal uren VVE van invloed is op de effectiviteit ervan. Deze innovatiecentra spelen ook een rol bij het delen van wetenschappelijke kennis en goede voorbeelden, zo is te lezen in de toelichting op het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.