VVE en taalachterstanden

Investeren in kinderen 0-12

In opdracht van PACT voor kindcentra hebben Pauline Slot en Paul Leseman van de Universiteit Utrecht een literatuuronderzoek gedaan naar de wetenschappelijke kennis over wat werkt als het gaat om het ontwikkelen en leren van jonge kinderen (0-12 jaar). Deze studie Investeren in kinderen van 0-12 jaar. Bevindingen uit de wetenschap is begin dit jaar gepubliceerd. Een overzicht van de aannames en conclusies.

Educatief tekort in kinderopvang aanpakken

Uit de Landelijke Kwaliteitsmonitor Kinderopvang van 2017 blijkt dat de educatieve kwaliteit van de kinderopvang te wensen overlaat. Net als elders in de wereld, overigens. Dit komt erop neer dat beroepskrachten kansen onbenut laten om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren.
VVE en taalachterstanden

Educatieve kwaliteit VVE op scholen lager dan op voorscholen

De educatieve kwaliteit van vroegschoolse educatie in kleutergroepen is vaak lager dan die van voorschoolse educatie. Dit blijkt uit het Pre-COOL-onderzoek.
VVE en taalachterstanden
Peuters-school-AdobeStock.jpg

Ook scholen mogen nu peuters opvangen

Bij wijze van experiment zijn peuters vanaf 2 jaar nu ook welkom op de Haagse Van Ostadeschool. Als het aan de schooldirecteur ligt, komen er straks ook al baby’s naar zijn school.
VVE en taalachterstanden
1Kwaliteit-VVE.jpg

Kwaliteit VVE sterk gestegen

De investeringen in voor- en vroegschoolse educatie (VVE) in de 37 grootste gemeenten betalen zich uit. Zo is de kwaliteit van VVE de afgelopen vijf jaar sterk gestegen en hebben gemeenten hun VVE-beleid goed op orde.
Doelgroepkinderen.jpg

‘Doelgroep VVE is eigenlijk veel groter’

‘De kinderopvang kan een veel prominentere rol spelen in het voorkomen van ontwikkelingsachterstanden. Maar dan moeten de criteria voor doelgroepkinderen ook verruimd worden.'
OESO-rapport

OESO-rapport: Nederlandse opvang onder de maat

De OESO heeft onze opvang internationaal vergeleken. De conclusie: er valt nog heel wat te verbeteren.
VVE in Utrecht werkt wel.jpg

Investeren in pm’ers maakt VVE effectiever

Investeren in de kwaliteit van VVE en de mensen die met deze programma’s werken, heeft zin.
Monika Katinger-de TintelTuin.jpg

Blog Monika Katinger – Meertaligheid

Monika mocht zich, net als haar collega's, verdiepen in verdiepende VVE-workshops en koos voor 'meertaligheid'.
Opinie VE.jpg

Opinie – Inzet Voorschoolse Educatie hard nodig

Hilde Kalthoff, Eline Kolijn en Carine Thesingh zien dat er ontzettend veel bereikt is met VVE de afgelopen jaren.

Over vve en taalachterstanden

Taalachterstanden zo vroeg mogelijk voorkomen

Voor peuters met een taalachterstand is er vroeg- en voorschoolse educatie, ook kinderen zonder achterstand komen op de kinderopvang en de peuterspeelzaal met deze educatieve programma’s in aanraking. Pedagogisch medewerkers leren om peuters al op jonge leeftijd spelenderwijs en themagericht taal bij te brengen en meteen andere ontwikkelingsgebieden aan te spreken. Gemeenten krijgen subsidie om achterstanden aan te pakken. Hier gaat veel geld in om en er is nogal eens kritiek over de efficiëntie van de huidige VVE-methodieken. In dit dossier leest u meer over deze discussie en andere VVE-gerelateerde onderwerpen.

Lees meer

Bij een onderwijsachterstand presteert een kind met bepaalde omgevingskenmerken minder goed in het onderwijs in vergelijking met een kind met eenzelfde leerpotentieel, maar zonder die kenmerken. Het onderwijsachterstandenbeleid is gericht op het verminderen en voorkomen van onderwijsachterstanden. Binnen dit beleid krijgen peuters met een risico op een onderwijsachterstand door middel van voor- en vroegschoolse educatie spelenderwijs een stimulerend en taalrijk aanbod waarmee hun ontwikkeling op het gebied van taal, rekenen, motoriek, en op sociaal-emotioneel vlak op gestructureerde en samenhangende wijze wordt gestimuleerd. Het is de bedoeling dat deze deze kinderen een betere start op de basisschool (groep 3) maken en een toekomstige onderwijsachterstand mogelijk worden voorkomen of verminderd.

Randvoorwaarden
Voorschoolse educatie wordt aangeboden in VVE-groepen op kinderopvanglocaties of peuterspeelzaallocaties en is gericht op peuters tussen 2 en 4 jaar. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid ten aanzien van VVE. De randvoorwaarden voor de kwaliteit van VVE zijn geregeld in het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. De werking van dat Besluit is naar aanleiding van de cohortstudie pre-COOL geëvalueerd. Het is het eerste Nederlandse onderzoek waarin gebruik is gemaakt van een begintest en waarin peuters tussen 2 en bijna 6 jaar zijn gevolgd in hun ontwikkeling, vanaf het moment dat zij naar een voorschoolse voorziening gaan, tot op de basisschool.

Pre-COOL
Uit het pre-COOL onderzoek blijkt dat VVE eraan bijdraagt dat peuters uit de doelgroep hun achterstand grotendeels inlopen. Het onderzoek laat zien dat deelname aan VVE kan compenseren voor onvoldoende stimulatie in de thuisomgeving. Daarbij toont het onderzoek aan dat een hoge educatieve kwaliteit van de voorschoolse voorziening van belang is voor de ontwikkeling van de aandachtfunctie die een belangrijke voorspeller is voor latere schoolse vaardigheden. Ook uit internationaal onderzoek blijkt dat een hogere, met name educatieve, kwaliteit van voorschoolse voorzieningen leidt tot een betere sociale ontwikkeling, tot een grotere mate van zelfregulatie en tot beter ontwikkelde cognitieve vaardigheden.

Discussie over effectiviteit
Er is in Nederland veel discussie over de effectiviteit van VVE. Zo bleek uit een inventariserend onderzoek van hoogleraar Ruben Fukkink in 2015 dat VVE niet effectief is. Later liet hij in een eigen onderzoek zien dat VVE in combinatie met VIB wel effect sorteert. De overheid blijft onverminderd inzetten op een achterstandenbeleid met gebruikmaking van VVE. Wel worden de VVE-gelden de komende jaren op een andere manier verdeeld. De kleinere gemeentes krijgen meer en de grote gemeentes minder. Dit heeft tot veel protest van grote gemeenten geleid omdat zij inmiddels een infrastructuur hebben opgebouwd van voorscholen en VVE-klassen. Bezuinigigen betekent een gedeeltelijke afbraak van die voorzieningen.

Educatieve kwaliteit
Uit peilingen met betrekking tot de kwaliteit op Nederlandse kinderdagverblijven en peuterspeelzalen blijkt dat de pedagogische kwaliteit goed is, maar dat de educatieve kwaliteit verbetering behoeft. Zo scoorde ruim driekwart van de pedagogisch medewerkers (werkzaam op een kinderdagverblijf) een onvoldoende voor ontwikkelingsstimulering en begeleiding van interacties tussen kinderen. En ook op peuterspeelzalen waren deze educatieve vaardigheden gemiddeld genomen matig tot onvoldoende aanwezig. Ook uit een andere studie blijkt dat Nederlandse pedagogisch medewerkers wel goed in staat zijn om emotionele en gedragsondersteuning te bieden, maar moeite hebben met de educatieve ondersteuning van kinderen. Om de effecten van VVE te verhogen, zijn enkele maatregelen nodig.

Aanpassingen Besluit
De aanpassingen van het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie zetten in op verhoging van de kennis en vaardigheden van de beroepskracht VVE, een betere kwaliteitszorg op VVE-locaties en indirect op verbetering van het toezicht. Zo moet het taalniveau van pedagogisch medewerkers omhoog. Pm’ers die in VVE-groepen werken, moeten naar niveau 3F op de onderdelen Mondelinge Taalvaardigheid en Lezen.

Innovatiecentra VVE
Onderzoek speelt een rol in het zoeken naar factoren die de kwaliteit en effectiviteit van VVE verbeteren. Vanaf het schooljaar 2017/2018 wordt via innovatiecentra onderzoek gedaan naar (potentieel) succesvolle VVE-interventies in de praktijk. Uitbreiding van het aantal uren VVE wordt bijvoorbeeld gezien als een manier om de effectiviteit van VVE te vergroten. Maar deze maatregel is kostbaar en de effectiviteit ervan hangt naar verwachting mede af van de kwaliteit van het aanbod. Binnen de innovatiecentra kan onderzocht worden in hoeverre, op welke manieren en in welke omstandigheden het aantal uren VVE van invloed is op de effectiviteit ervan. Deze innovatiecentra spelen ook een rol bij het delen van wetenschappelijke kennis en goede voorbeelden, zo is te lezen in de toelichting op het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.